Hoewel knoflook over het algemeen als een robuust en relatief probleemloos gewas wordt beschouwd, mede dankzij zijn natuurlijke zwavelverbindingen die een afwerende werking hebben, is het niet immuun voor ziekten en plagen. Een waakzaam oog en proactieve, preventieve maatregelen zijn essentieel om je gewas gezond te houden en een succesvolle oogst te garanderen. Problemen kunnen variëren van schimmelziekten die gedijen in vochtige omstandigheden tot bodemgebonden plagen die de bollen en wortels aantasten. Het tijdig herkennen van de symptomen en het begrijpen van de levenscyclus van deze belagers is de eerste stap naar een effectieve en duurzame bestrijding.
Een van de meest effectieve strategieën om problemen te voorkomen is het toepassen van een goede vruchtwisseling. Het jaar na jaar telen van knoflook of andere leden van de uienfamilie (zoals uien, prei en sjalotten) op dezelfde plek kan leiden tot een opbouw van specifieke ziekteverwekkers en plagen in de bodem. Het wordt sterk aangeraden om een rotatiecyclus van minimaal drie tot vier jaar aan te houden. Dit betekent dat je pas na drie of vier jaar weer een gewas uit de uienfamilie op hetzelfde stuk grond teelt, waardoor de levenscyclus van veel pathogenen wordt doorbroken.
Het gebruik van gezond en gecertificeerd pootgoed is een andere cruciale preventieve maatregel. Veel ziekten, zoals de verwoestende witte rot, kunnen via besmet plantmateriaal in je tuin worden geïntroduceerd. Eenmaal in de bodem kan deze schimmel tientallen jaren overleven, waardoor de teelt van alliumgewassen op die plek vrijwel onmogelijk wordt. Investeer daarom altijd in pootgoed van een betrouwbare bron en vermijd het gebruik van knoflook uit de supermarkt, waarvan de herkomst en gezondheidsstatus onbekend zijn.
Goede hygiëne in de tuin is eveneens van groot belang. Verwijder zieke planten onmiddellijk om verdere verspreiding te voorkomen en gooi ze niet op de composthoop. Ruim na de oogst alle plantenresten op, omdat hierin ziekteverwekkers en eitjes van plagen kunnen overwinteren. Zorg voor een goede luchtcirculatie door de aanbevolen plantafstanden te respecteren en het onkruidvrij te houden. Een goede luchtstroom helpt het loof sneller opdrogen na regen of dauw, wat de kans op schimmelziekten aanzienlijk verkleint.
Veelvoorkomende schimmelziekten
Roest (Puccinia allii) is een veelvoorkomende schimmelziekte die knoflook kan aantasten, vooral tijdens koele en vochtige weersomstandigheden in het voorjaar en de vroege zomer. De ziekte is gemakkelijk te herkennen aan de kleine, oranje tot roodbruine puistjes die op de bladeren en stengels verschijnen. Hoewel een lichte aantasting de plant meestal niet fataal is, kan een ernstige infectie het bladoppervlak aanzienlijk verminderen. Dit belemmert de fotosynthese, wat leidt tot een verminderde energieproductie en uiteindelijk resulteert in kleinere bollen.
Meer artikelen over dit onderwerp
Om roest te beheersen, is preventie de beste aanpak. Zorg voor voldoende ruimte tussen de planten om een goede luchtcirculatie te bevorderen. Geef water aan de basis van de plant en vermijd het natmaken van het loof, vooral later op de dag. Bij de eerste tekenen van infectie kun je de aangetaste bladeren verwijderen en afvoeren om de verspreiding van sporen te vertragen. In ernstige gevallen kunnen fungiciden op basis van koper of zwavel worden overwogen, maar een goede vruchtwisseling is de meest effectieve langetermijnstrategie, omdat de schimmelsporen in plantenresten in de bodem kunnen overwinteren.
Witte rot (Sclerotium cepivorum) is een van de meest gevreesde en destructieve ziekten voor knoflook en andere alliums. Deze bodemgebonden schimmel tast de wortels en de basis van de bol aan, wat leidt tot het vergelen en afsterven van het loof van boven naar beneden. Als je een aangetaste plant uit de grond trekt, zie je een witte, pluizige schimmelgroei op de bol en de wortels, vaak met kleine, zwarte bolletjes (sclerotiën). De plant zal uiteindelijk volledig rotten en afsterven.
Er is geen effectieve chemische bestrijding voor witte rot beschikbaar voor hobbytuiniers. Preventie is daarom van het allergrootste belang. Gebruik absoluut alleen ziektevrij, gecertificeerd pootgoed. Als je tuin eenmaal besmet is, kunnen de sclerotiën tot wel 20 jaar in de bodem overleven, zelfs zonder waardplanten. De enige manier om de ziekte te beheersen is door een zeer strikte vruchtwisseling toe te passen en alle alliumgewassen uit het besmette gebied te weren. Goede hygiëne, zoals het schoonmaken van gereedschap na het werken in besmette grond, is cruciaal om verspreiding naar andere delen van de tuin te voorkomen.
Plagen die knoflook aantasten
De uienvlieg (Delia antiqua) is een plaag die aanzienlijke schade kan aanrichten, vooral aan jonge knoflookplanten. De volwassen vlieg legt haar eitjes aan de basis van de planten. De larven (maden) die uit de eitjes komen, boren zich in de stengel en de jonge bol, en voeden zich met het plantenweefsel. Dit veroorzaakt het verwelken en vergelen van de centrale bladeren, die gemakkelijk uit de plant kunnen worden getrokken. Uiteindelijk kan de hele plant afsterven door de vraatschade en secundaire rot.
Meer artikelen over dit onderwerp
Preventie is de meest effectieve manier om de uienvlieg te bestrijden. Het afdekken van de jonge planten in het voorjaar met insectengaas of vliesdoek kan voorkomen dat de volwassen vliegen hun eitjes leggen. Zorg ervoor dat de randen van het gaas goed zijn ingegraven of verzwaard. Vruchtwisseling helpt ook, omdat de poppen van de vlieg in de bodem overwinteren. Het vermijden van het gebruik van verse, onverteerde mest kan de vliegen minder aantrekken. Als je een aantasting vaststelt, verwijder en vernietig dan onmiddellijk de aangetaste planten om te voorkomen dat de larven zich verpoppen en een nieuwe generatie vliegen produceren.
De preimot (Acrolepiopsis assectella) is een andere plaag waarvan de larven (rupsen) schade kunnen aanrichten. De kleine, gelig-groene rupsen vreten zich een weg door de bladeren en kunnen zich ook in de stengel en zelfs de bol boren. Ze laten karakteristieke venstervraat en met uitwerpselen gevulde gangen achter. De schade kan de plant verzwakken en de bol ongeschikt maken voor consumptie of opslag. De preimot heeft meerdere generaties per jaar, dus de schade kan gedurende een groot deel van het groeiseizoen optreden.
Net als bij de uienvlieg is het afdekken van de planten met insectengaas een zeer effectieve preventieve maatregel. Feromoonvallen kunnen worden gebruikt om de mannelijke motten weg te vangen en om de aanwezigheid van de plaag te monitoren, zodat je weet wanneer je extra alert moet zijn. Bij een beginnende aantasting kunnen de rupsen handmatig worden verwijderd. Biologische bestrijdingsmiddelen op basis van Bacillus thuringiensis (Bt) zijn effectief tegen jonge rupsen, maar moeten worden toegepast voordat ze zich diep in de plant boren.
Nematoden en bodemgezondheid
Nematoden, ook wel aaltjes genoemd, zijn microscopisch kleine wormpjes die in de bodem leven. Hoewel veel nematoden nuttig zijn, zijn er enkele plantenparasitaire soorten die knoflook kunnen aantasten. De stengelaal (Ditylenchus dipsaci) is een bijzonder schadelijke soort voor alliumgewassen. Deze nematoden dringen de plant binnen via de basis en voeden zich met het weefsel in de bladeren, stengels en bollen. Een aantasting kan leiden tot opgezwollen, misvormde en verkleurde bladeren, een verdikte nek en het rotten van de bol van binnenuit.
De symptomen van een nematodenaantasting kunnen moeilijk te onderscheiden zijn van andere problemen. De planten blijven achter in groei, het loof vergeelt en de bollen zijn zacht en rotten gemakkelijk tijdens de opslag. De verspreiding vindt plaats via besmet plantmateriaal, water en grond die aan gereedschap of schoeisel kleeft. Net als bij witte rot kunnen deze nematoden vele jaren in de bodem overleven, wachtend op een geschikte waardplant.
Preventie is de enige betrouwbare strategie tegen schadelijke nematoden. Begin altijd met schoon, gecertificeerd pootgoed. Een lange vruchtwisseling van minimaal vier tot vijf jaar is essentieel om de populaties in de bodem te verminderen. Het stimuleren van een gezond en actief bodemleven kan ook helpen. Een bodem die rijk is aan organisch materiaal herbergt een diversiteit aan micro-organismen, waaronder schimmels en bacteriën die predatoren zijn van schadelijke nematoden.
Sommige groenbemesters, zoals afrikaantjes (Tagetes patula), staan erom bekend dat ze de populaties van bepaalde schadelijke nematoden in de bodem kunnen onderdrukken. Het telen van afrikaantjes in de zomer voorafgaand aan de knoflookteelt kan een effectieve biologische methode zijn om de grond te ‘saneren’. Het handhaven van een goede bodemgezondheid door het toevoegen van compost en het vermijden van bodemverdichting is de beste langetermijnverdediging tegen een breed scala aan bodemgebonden problemen, inclusief nematoden.
Abiotische problemen en fysiologische stoornissen
Niet alle problemen bij knoflook worden veroorzaakt door ziekten of plagen. Soms zijn de symptomen het gevolg van abiotische stressfactoren, wat betekent dat ze worden veroorzaakt door omgevingsomstandigheden in plaats van door levende organismen. Droogtestress is een veelvoorkomend probleem, wat leidt tot verwelking, gele bladpunten en de productie van kleine bollen. Omgekeerd kan overmatige watergift of slechte drainage leiden tot wortelrot, vergeling van het loof en een algemeen ongezond uiterlijk van de plant.
Voedingstekorten kunnen ook verschillende symptomen veroorzaken. Een gebrek aan stikstof, de meest voorkomende tekortkoming, resulteert in het vergelen van de oudere, onderste bladeren. Een tekort aan andere voedingsstoffen kan leiden tot andere verkleuringen of groeiafwijkingen. Een bodemtest kan helpen om specifieke tekorten te identificeren, maar in de meeste gevallen kan een goede basisbemesting met compost en een evenwichtige voeding veel problemen voorkomen.
Een fysiologische stoornis die soms voorkomt is ‘waxy breakdown’. Dit gebeurt wanneer de knoflook tijdens de groei wordt blootgesteld aan periodes van hoge temperaturen. De teentjes worden geelachtig, doorschijnend en voelen wasachtig of papperig aan, hoewel er van buitenaf niets te zien is. Er is geen sprake van een ziekteverwekker. De enige manier om dit te voorkomen is door te proberen de planten koel te houden tijdens hittegolven, bijvoorbeeld door een mulchlaag aan te brengen om de bodemtemperatuur te matigen en te zorgen voor voldoende water.
Een ander fenomeen is het ‘splijten’ van de bollen in de grond. Dit gebeurt vaak wanneer de knoflook te laat wordt geoogst. De buitenste schillen, die de bol bij elkaar houden, beginnen te desintegreren, waardoor de individuele teentjes zich scheiden. Dit kan ook worden veroorzaakt door onregelmatige watergift, waarbij een periode van droogte wordt gevolgd door overvloedig water. Gespleten bollen zijn veel minder lang houdbaar en moeten snel worden gebruikt. Het tijdig oogsten en handhaven van een consistente bodemvochtigheid zijn de sleutels om dit te voorkomen.
