Engels gras staat bekend als een robuuste en grotendeels probleemloze plant, wat een van de redenen is voor zijn populariteit in tuinen. Zijn aanpassing aan zware kustomstandigheden heeft hem een natuurlijke weerstand gegeven tegen veelvoorkomende kwalen. Desondanks is de plant niet volledig immuun voor ziekten en plagen, vooral wanneer hij wordt gekweekt in omstandigheden die afwijken van zijn ideaal. De meeste problemen die zich voordoen, zijn direct of indirect gerelateerd aan een te vochtige omgeving, een slechte luchtcirculatie of een te rijke bodem, wat het belang van een juiste standplaats en verzorging nogmaals onderstreept.
De meest voorkomende problemen bij engels gras zijn van schimmelachtige aard. Ziekten zoals kroon- en wortelrot en roest gedijen in vochtige, stilstaande omstandigheden. Wortelrot is misschien wel de grootste bedreiging en wordt bijna uitsluitend veroorzaakt door een slecht doorlatende bodem waarin de wortels te lang nat blijven. Roest, een schimmel die oranje-bruine sporen op de bladeren veroorzaakt, treedt vaker op bij hoge luchtvochtigheid en een gebrek aan luchtcirculatie rond en door de dichte pollen. Preventie, door te zorgen voor een uitstekende drainage en voldoende ruimte tussen de planten, is hier de meest effectieve bestrijdingsmethode.
Op het gebied van plagen heeft engels gras relatief weinig te duchten. De taaie, grasachtige bladeren zijn voor veel insecten niet aantrekkelijk. Incidenteel kunnen bladluizen zich verzamelen op de jonge bloemstengels, vooral in het voorjaar. Hoewel een kleine populatie zelden ernstige schade veroorzaakt, kunnen grotere infestaties de groei belemmeren en de bloemen misvormen. Slakken en naaktslakken laten de plant over het algemeen met rust, wat een groot voordeel is in veel tuinen.
Een proactieve en preventieve aanpak is de beste strategie om engels gras gezond te houden. Dit begint al bij de aanplant, door de juiste locatie te kiezen en de bodem goed voor te bereiden. Regelmatige inspectie van de planten stelt je in staat om problemen in een vroeg stadium te signaleren en aan te pakken, voordat ze zich kunnen ontwikkelen tot een serieuze bedreiging. Door de plant de omstandigheden te geven die zijn natuurlijke habitat nabootsen, minimaliseer je stress en maximaliseer je zijn natuurlijke weerstandsvermogen.
Preventieve maatregelen voor een gezonde plant
De meest effectieve manier om ziekten en plagen bij engels gras te bestrijden, is door ze te voorkomen. Een gezonde, sterke plant die in de juiste omstandigheden groeit, is van nature veel minder vatbaar voor problemen. De eerste en belangrijkste preventieve maatregel is het kiezen van de juiste standplaats. Zorg voor een locatie in de volle zon met een uitstekend doorlatende bodem. Een zonnige, winderige plek helpt het loof snel te drogen na regen of dauw, waardoor de kans op schimmelziekten aanzienlijk wordt verminderd.
Meer artikelen over dit onderwerp
Een goede bodemvoorbereiding is de volgende cruciale stap. Op zware, kleiachtige grond is het essentieel om de drainage te verbeteren door het toevoegen van grof zand of fijn grind. Dit voorkomt dat water rond de wortels stagneert, wat de primaire oorzaak is van wortel- en kroonrot. Vermijd het gebruik van rijke compost of mest in het plantgat, omdat een te voedselrijke bodem kan leiden tot zwakke, slappe groei die aantrekkelijker is voor zowel ziekten als plagen.
Zorg voor voldoende plantafstand om een goede luchtcirculatie te garanderen. Hoewel engels gras vaak als bodembedekker wordt gebruikt, is het belangrijk dat de lucht vrij rond en door de dichte pollen kan bewegen. Wanneer planten te dicht op elkaar staan, blijft de luchtvochtigheid tussen de bladeren hoog, wat een ideale omgeving creëert voor schimmels zoals roest. Respecteer de aanbevolen plantafstanden en overweeg om oudere, te dichte pollen te scheuren om ze te verjongen en luchtiger te maken.
Een correct waterbeheer is eveneens een fundamentele preventieve maatregel. Geef water aan de basis van de plant en vermijd het onnodig nat maken van het loof. Geef bij voorkeur ’s ochtends water, zodat de bladeren gedurende de dag kunnen opdrogen. Omdat de plant zeer droogtetolerant is, is het cruciaal om overbewatering te vermijden. Een bodem die constant vochtig is, is de voornaamste uitnodiging voor een reeks van schimmelgerelateerde problemen.
Veelvoorkomende schimmelziekten
Ondanks preventieve maatregelen kunnen schimmelziekten soms toch de kop opsteken, vooral tijdens periodes van aanhoudend nat en warm weer. Wortel- en kroonrot zijn de meest ernstige schimmelproblemen voor engels gras. Deze worden veroorzaakt door verschillende bodemschimmels, zoals Phytophthora en Pythium, die gedijen in zuurstofarme, met water verzadigde grond. Symptomen zijn onder meer vergelend en afstervend loof, een slappe plant en een bruine, papperige basis. Eenmaal de kroon is aangetast, is de plant vaak niet meer te redden. De enige remedie is het verbeteren van de drainage voor toekomstige aanplant.
Meer artikelen over dit onderwerp
Roest is een andere schimmelziekte die engels gras kan aantasten. Deze ziekte, veroorzaakt door schimmels uit het geslacht Puccinia of Uromyces, is te herkennen aan kleine, oranje tot roodbruine puistjes of sporenhoopjes op de bladeren. Bij een ernstige aantasting kunnen de bladeren geel worden en vroegtijdig afsterven, wat de plant verzwakt. Roest ontwikkelt zich het snelst bij hoge luchtvochtigheid en gematigde temperaturen. Het is zelden fataal, maar kan de esthetische waarde van de plant verminderen.
Om roest te beheersen, is het belangrijk om de luchtcirculatie te maximaliseren. Verwijder en vernietig aangetaste bladeren zodra je ze opmerkt om de verspreiding van sporen te beperken. Gooi dit materiaal niet op de composthoop. In het voorjaar kun je het oude, dode loof opruimen, omdat de schimmel hierin kan overwinteren. Bij ernstige en hardnekkige infecties kan een fungicide op basis van zwavel of koper worden overwogen, maar in de meeste gevallen zijn culturele maatregelen voldoende.
Andere, minder vaak voorkomende schimmelziekten zijn bladvlekkenziekten en meeldauw, hoewel deze zeldzaam zijn op engels gras. De principes voor beheersing zijn vergelijkbaar: zorg voor droog blad, goede luchtcirculatie en verwijder aangetast plantmateriaal. Een gezonde, niet-gestreste plant is de beste verdediging. Het vermijden van overbemesting met stikstof is ook belangrijk, omdat dit leidt tot zacht, weelderig blad dat vatbaarder is voor schimmelinfecties.
Identificatie en bestrijding van roest
Roest is een van de meest herkenbare schimmelziekten die op engels gras kan voorkomen. De identificatie is relatief eenvoudig. Inspecteer de smalle, grasachtige bladeren op de aanwezigheid van kleine, verhoogde puistjes, die bekend staan als sporenhoopjes (sori). Deze hebben meestal een opvallende oranje, roestbruine of soms gelige kleur. Als je met je vinger over een aangetast blad wrijft, kan er een poederachtige substantie, bestaande uit schimmelsporen, op je huid achterblijven. In een later stadium kunnen de sporenhoopjes zwart worden.
Bij een lichte infectie is de schade voornamelijk cosmetisch. De plant kan echter verzwakt raken bij een zware en wijdverspreide aantasting. De schimmel onttrekt voedingsstoffen aan de plant en verstoort de fotosynthese in de aangetaste bladeren. Dit kan leiden tot vergeling, verdorring en het voortijdig afvallen van het blad, waardoor de pol er dun en ongezond kan gaan uitzien. Hoewel het zelden de hele plant doodt, kan het de groeikracht en de bloei aanzienlijk verminderen.
De bestrijding van roest begint met sanitaire maatregelen. Zodra je de eerste tekenen van de ziekte opmerkt, knip je de aangetaste bladeren voorzichtig af en voer je ze af met het huisvuil. Dit helpt om de hoeveelheid sporen te verminderen en verdere verspreiding te voorkomen. Ruim in de herfst alle afgevallen bladeren en plantenresten rond de pol op, aangezien de roestschimmel hierin kan overwinteren om in het volgende voorjaar opnieuw toe te slaan.
Het verbeteren van de groeiomstandigheden is de meest duurzame vorm van bestrijding. Zorg ervoor dat de planten niet te dicht op elkaar staan om de luchtcirculatie te bevorderen. Geef water aan de basis van de plant om het loof zo droog mogelijk te houden. Als de ziekte elk jaar terugkeert, overweeg dan om de plant te verplaatsen naar een zonnigere, winderigere locatie. Chemische bestrijding met fungiciden is zelden nodig en moet als laatste redmiddel worden beschouwd, waarbij de voorkeur uitgaat naar milieuvriendelijkere opties zoals zwavel- of koperhoudende middelen.
Plagen die engels gras aantasten
Engels gras is over het algemeen een plant die weinig last heeft van insectenplagen. Zijn taaie, ietwat leerachtige bladeren zijn voor de meeste plantenetende insecten niet erg smakelijk. Toch zijn er enkele plagen die af en toe voor problemen kunnen zorgen. De meest voorkomende hiervan zijn bladluizen. Deze kleine, zachte insecten verzamelen zich vaak in kolonies op de meest malse delen van de plant, zoals de jonge bloemstengels en de bloemknoppen.
Bladluizen voeden zich door het sap uit de plant te zuigen. Een kleine populatie veroorzaakt meestal geen significante schade. Bij een zware infestatie kan de groei echter worden vervormd, kunnen de bloemknoppen niet goed openen en kan de plant verzwakt raken. Een bijkomend probleem is de honingdauw die bladluizen uitscheiden, een plakkerige, suikerachtige substantie waarop zwarte roetdauwschimmel kan groeien. Dit is niet direct schadelijk, maar het is lelijk en kan de fotosynthese belemmeren.
De bestrijding van bladluizen kan vaak op een eenvoudige en milieuvriendelijke manier. Bij een lichte aantasting kun je ze van de plant spuiten met een krachtige waterstraal. Een andere effectieve methode is het bespuiten van de kolonies met een mengsel van water en een paar druppels ecologische zeep of spiritus. Het is ook belangrijk om natuurlijke vijanden van de bladluis, zoals lieveheersbeestjes, gaasvliegen en zweefvliegen, naar je tuin te lokken door een diversiteit aan bloeiende planten aan te bieden.
Andere plagen, zoals spintmijten, kunnen voorkomen in zeer hete, droge omstandigheden, maar dit is zeldzaam bij engels gras. Spintmijten zijn minuscule spinachtigen die fijne webben aan de onderkant van de bladeren veroorzaken en het blad een gestippeld, geel uiterlijk geven. Het verhogen van de luchtvochtigheid door de plant af en toe te besproeien kan helpen om spint te ontmoedigen. Over het algemeen geldt echter dat een gezonde plant op de juiste standplaats zelden ernstige problemen met plagen zal ondervinden.
Biologische en chemische bestrijdingsmethoden
Bij het bestrijden van ziekten en plagen op engels gras, moet de voorkeur altijd uitgaan naar biologische en culturele methoden. Deze zijn niet alleen beter voor het milieu, het bodemleven en de nuttige insecten in je tuin, maar ze pakken vaak ook de onderliggende oorzaak van het probleem aan in plaats van alleen de symptomen te bestrijden. Culturele methoden omvatten alle preventieve maatregelen, zoals het zorgen voor de juiste standplaats, drainage, luchtcirculatie en watergift. Dit is de eerste en meest effectieve verdedigingslinie.
Biologische bestrijding maakt gebruik van natuurlijke processen en organismen. Dit kan het stimuleren van natuurlijke vijanden inhouden, zoals het aantrekken van lieveheersbeestjes om bladluizen te bestrijden. Het kan ook het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen betekenen. Voorbeelden zijn insecticidale zepen tegen bladluizen of het gebruik van producten op basis van neemolie, die een brede werking heeft tegen zowel insecten als sommige schimmels. Deze middelen zijn over het algemeen minder schadelijk voor nuttige insecten en breken sneller af in het milieu dan synthetische chemicaliën.
Voor schimmelziekten zoals roest kunnen biologische fungiciden op basis van zwavel of koper worden ingezet. Deze middelen zijn al eeuwenlang in gebruik in de land- en tuinbouw en zijn effectief, mits ze correct en met mate worden toegepast. Het is belangrijk om altijd de instructies op de verpakking zorgvuldig te lezen en te volgen. Deze middelen werken preventief en door contact, dus ze moeten het bladoppervlak bedekken voordat de schimmel zich vestigt of om verdere verspreiding te stoppen.
Chemische bestrijdingsmiddelen (synthetische pesticiden en fungiciden) moeten worden beschouwd als het allerlaatste redmiddel. Ze kunnen zeer effectief zijn op korte termijn, maar hebben vaak nadelen. Ze kunnen nuttige insecten doden, het bodemleven verstoren en residuen achterlaten in de bodem en het water. Als je toch besluit een chemisch middel te gebruiken, kies dan een product dat specifiek is geregistreerd voor het probleem en de plant in kwestie, en pas het strikt volgens de voorschriften toe om de risico’s voor jezelf, anderen en het milieu te minimaliseren.