Share

Ziekten en plagen bij het groot kaasjeskruid

Linden · 22.05.2025.

Het groot kaasjeskruid is een over het algemeen sterke en veerkrachtige plant die weinig last heeft van ernstige ziekten en plagen. Echter, zoals bij elke plant in de tuin, kunnen er onder bepaalde omstandigheden toch problemen de kop opsteken. De meest voorkomende kwaal is een schimmelaandoening die bekend staat als kaasjeskruidroest. Daarnaast kunnen ook andere schimmels en insecten, zoals bladluizen en slakken, de plant soms belagen. Door de plant goed te observeren en preventieve maatregelen te nemen, zoals het zorgen voor een goede standplaats en een gezonde bodem, kunnen de meeste problemen worden voorkomen of in een vroeg stadium effectief worden aangepakt, zodat de sierwaarde van de plant behouden blijft.

De sleutel tot het voorkomen van ziekten en plagen ligt in het creëren van optimale groeiomstandigheden. Een gezonde, vitale plant is van nature veel beter bestand tegen aanvallen van buitenaf. Zorg daarom voor een zonnige standplaats met een goede luchtcirculatie. Plant het groot kaasjeskruid niet te dicht op andere planten, zodat de wind het blad na een regenbui snel kan drogen. Een vochtige omgeving is immers een ideale broedplaats voor veel schimmelziekten. Een goed doorlatende, voedzame bodem draagt ook bij aan een sterk wortelstelsel en een gezonde plant.

Regelmatige inspectie van je planten is de beste manier om problemen vroegtijdig te signaleren. Controleer de boven- en onderkant van de bladeren, de stengels en de bloemknoppen minstens eenmaal per week. Let op verkleuringen, vlekken, misvormingen, gaten of de aanwezigheid van insecten of hun sporen (zoals kleverige honingdauw of webben). Hoe eerder je een probleem ontdekt, hoe gemakkelijker het is om in te grijpen en te voorkomen dat het zich verspreidt naar andere delen van de plant of naar naburige planten.

Bij het bestrijden van ziekten en plagen is het aan te raden om altijd eerst te kiezen voor de meest milieuvriendelijke en biologische methoden. Chemische bestrijdingsmiddelen kunnen niet alleen schadelijk zijn voor nuttige insecten zoals bijen en lieveheersbeestjes, maar ook voor het bodemleven en de algehele gezondheid van je tuin. Vaak kunnen problemen worden opgelost door aangetaste delen te verwijderen, de omstandigheden te verbeteren of natuurlijke vijanden in te zetten. Alleen in geval van een zeer ernstige en hardnekkige plaag kan een specifiek, ecologisch verantwoord bestrijdingsmiddel worden overwogen.

Kaasjeskruidroest

De meest specifieke en wijdverbreide ziekte bij het groot kaasjeskruid is kaasjeskruidroest, veroorzaakt door de schimmel Puccinia malvacearum. Deze aandoening is zeer herkenbaar en manifesteert zich door de vorming van opvallende oranje tot roodbruine, poederachtige puistjes aan de onderzijde van de bladeren. Aan de bovenzijde van het blad zijn op dezelfde plek vaak gele of oranje vlekken zichtbaar. De ziekte kan zich ook verspreiden naar de stengels en kelkbladeren.

Bij een lichte aantasting is de schade vooral esthetisch, maar bij een ernstige infectie kunnen de bladeren volledig bedekt raken met de puistjes, geel worden, verdorren en vroegtijdig afvallen. Dit verzwakt de plant aanzienlijk, wat kan leiden tot een verminderde groei en bloei. De schimmel gedijt goed in vochtige en warme omstandigheden en de sporen worden gemakkelijk verspreid door wind en opspattend regenwater.

Preventie is de meest effectieve strategie tegen roest. Zorg voor een ruime plantafstand om een goede luchtcirculatie te garanderen, zodat de bladeren snel kunnen opdrogen. Geef water aan de basis van de plant en vermijd het besproeien van het blad. Verwijder en vernietig (niet op de composthoop) de eerste aangetaste bladeren die je ziet om de verspreiding van de schimmelsporen te beperken. Ruim in de herfst al het afgevallen blad en plantenresten rond de plant op, omdat de schimmel hierin kan overwinteren.

Als de ziekte zich toch manifesteert, is het consequent verwijderen van alle aangetaste bladeren de belangrijkste bestrijdingsmethode. Bij een zeer hardnekkige en jaarlijks terugkerende infectie kan een behandeling met een fungicide op basis van zwavel of een ander ecologisch verantwoord middel worden overwogen. Pas dit toe volgens de aanwijzingen op de verpakking, bij voorkeur vroeg in het seizoen als de eerste symptomen verschijnen.

Andere schimmelziekten

Naast roest kan het groot kaasjeskruid, hoewel minder frequent, ook last krijgen van andere schimmelziekten zoals echte meeldauw en bladvlekkenziekte. Echte meeldauw is te herkennen aan een witte, poederachtige schimmelpluis bovenop de bladeren. Het treedt vaak op bij warm, droog weer in combinatie met een hoge luchtvochtigheid, bijvoorbeeld op beschutte, warme plekken met weinig luchtcirculatie. Hoewel het er lelijk uitziet, is het meestal niet fataal voor de plant.

Bladvlekkenziekte wordt veroorzaakt door diverse schimmels en resulteert in ronde tot onregelmatige, vaak bruine of zwarte vlekken op de bladeren. Soms hebben deze vlekken een donkerdere rand en een lichter centrum. Bij een ernstige aantasting kunnen de vlekken samenvloeien en kan het blad afsterven. Net als bij roest, zijn vochtige omstandigheden bevorderlijk voor de ontwikkeling van deze ziekten.

De preventieve maatregelen voor deze schimmelziekten zijn grotendeels hetzelfde als voor roest. Zorg voor een goede luchtcirculatie, geef water aan de basis van de plant en vermijd te dichte beplanting. Verwijder aangetaste bladeren om verdere verspreiding te voorkomen. Een behandeling met heermoesextract kan de plant versterken en de weerstand tegen schimmels verhogen. Bij meeldauw kan een oplossing van water en melk (9 delen water op 1 deel melk) of water en zuiveringszout (baking soda) helpen om de schimmelgroei te remmen.

Het handhaven van een gezonde, levende bodem is ook een vorm van preventie. Een bodem rijk aan organisch materiaal en micro-organismen draagt bij aan de algehele weerbaarheid van de plant. Een goed gevoede plant, zonder een overmaat aan stikstof, heeft een sterkere celstructuur die minder gemakkelijk door schimmels kan worden binnengedrongen. Een holistische benadering van tuinieren is de beste verdediging.

Veelvoorkomende insectenplagen

Hoewel het groot kaasjeskruid geen specifieke magneet is voor insectenplagen, kunnen enkele algemeen voorkomende insecten de plant soms belagen. Bladluizen zijn hiervan de bekendste. Deze kleine, zachte insecten verzamelen zich vaak in groepen op de jonge, sappige groeipunten en aan de onderkant van de bladeren. Ze voeden zich door plantensappen op te zuigen, wat kan leiden tot misvormde bladeren en een verminderde groei. Bovendien scheiden ze een kleverige substantie af, honingdauw, waarop zwarte roetdauwschimmels kunnen groeien.

Bladluizen kunnen op verschillende manieren worden bestreden. Bij een lichte aantasting kun je ze vaak wegspoelen met een harde waterstraal. Het stimuleren van natuurlijke vijanden, zoals lieveheersbeestjes, gaasvliegen en sluipwespen, is een zeer effectieve, ecologische aanpak. Dit kun je doen door een gevarieerde beplanting in je tuin aan te brengen die deze nuttige insecten aantrekt. Bij een hardnekkige plaag kan een spray op basis van kaliumzeep (ook wel zachte zeep of groene zeep genoemd) worden gebruikt.

Een ander insect dat soms wordt aangetroffen is de kaasjeskruidkever (Podagrica fuscicornis). Dit is een klein, glanzend kevertje dat talloze kleine, ronde gaatjes in de bladeren vreet. Hoewel de schade er soms alarmerend uit kan zien, is deze meestal cosmetisch van aard en zal een gezonde plant hier niet ernstig onder lijden. Het handmatig wegvangen van de kevers kan helpen om de populatie te beperken.

Soms kunnen ook de larven van bepaalde vlinders of motten, de rupsen, aan de bladeren van het groot kaasjeskruid vreten. Dit resulteert in grotere, onregelmatige gaten in het blad. Over het algemeen is de schade beperkt en is ingrijpen niet nodig. Het tolereren van een beetje vraatschade draagt bij aan de biodiversiteit in de tuin. Alleen als een plaag de plant dreigt te kaal te vreten, kan het handmatig verwijderen van de rupsen worden overwogen.

Slakken en andere belagers

Vooral jonge, malse planten van het groot kaasjeskruid kunnen een doelwit zijn voor naaktslakken en huisjesslakken. Deze weekdieren zijn voornamelijk ’s nachts en tijdens vochtig weer actief en kunnen in korte tijd aanzienlijke schade aanrichten door gaten in de bladeren te vreten en jonge scheuten volledig af te bijten. Hun aanwezigheid is vaak te herkennen aan de onregelmatige vraatsporen en de glinsterende slijmsporen die ze achterlaten.

Er zijn tal van milieuvriendelijke methoden om slakkenschade te beperken. Het handmatig vangen van slakken tijdens de schemering of na een regenbui is zeer effectief. Het creëren van barrières rond de planten met materialen waar slakken niet graag overheen kruipen, zoals scherp zand, gebroken eierschalen of koffiedik, kan helpen. Ook het aanleggen van een schuilplaats, zoals een vochtige plank, waar de slakken zich overdag verzamelen en je ze gemakkelijk kunt wegnemen, is een goede strategie.

Het stimuleren van natuurlijke vijanden van slakken, zoals egels, padden, en vogels zoals merels en lijsters, is de beste oplossing op de lange termijn. Zorg voor een diervriendelijke tuin met schuilplaatsen, water en een gevarieerde beplanting. Als de plaag te groot is, zijn er biologische slakkenkorrels op de markt op basis van ijzerfosfaat. Deze zijn effectief tegen slakken, maar onschadelijk voor huisdieren, egels en andere tuindieren, in tegenstelling tot de traditionele, giftige slakkenkorrels.

In zeldzame gevallen kunnen er ook andere problemen optreden, zoals aaltjes (nematoden) in de wortels of spintmijten bij zeer warme, droge en beschutte omstandigheden. Spint is te herkennen aan fijne webben en een gespikkeld, geelachtig blad. De beste remedie hiertegen is het verhogen van de luchtvochtigheid door de plant te besproeien met water. Een gezonde, alerte tuinpraktijk waarbij de planten en hun omgeving centraal staan, blijft echter de meest effectieve manier om de meeste problemen te voorkomen en te genieten van een prachtig, bloeiend groot kaasjeskruid.

Misschien vind je dit ook leuk