Share

Overwinteren van de gladiool

Daria · 19.06.2025.

Gladiolen zijn oorspronkelijk afkomstig uit warmere klimaten zoals Afrika en zijn in de meeste gematigde streken niet winterhard. Dit betekent dat de knollen de vrieskou in de grond niet overleven en speciale zorg nodig hebben om de winter door te komen. Het correct overwinteren van gladiolenknollen is een essentiële vaardigheid voor elke serieuze tuinier die jaar na jaar van deze prachtige bloemen wil genieten. Het proces omvat het op het juiste moment rooien, het zorgvuldig voorbereiden en het op de juiste manier bewaren van de knollen. Een succesvolle overwintering is de brug tussen het bloeiseizoen van dit jaar en de belofte van een nog mooiere bloemenpracht volgend jaar.

De eerste stap in het overwinteringsproces is het bepalen van het juiste moment om de knollen uit de grond te halen. Dit moet gebeuren in de herfst, na de bloei, maar voordat de grond bevriest. Wacht tot het loof van de plant op natuurlijke wijze geel en bruin is geworden. Dit is een teken dat de plant al haar energie uit de bladeren heeft teruggetrokken en heeft opgeslagen in de nieuwe knol. Een lichte nachtvorst kan dit proces versnellen en is vaak een goed signaal om te beginnen met rooien. Wacht echter niet te lang, want een stevige vorst kan de knollen in de bovenste grondlaag beschadigen.

Gebruik bij het rooien een riek of een tuinvork in plaats van een spade om de kans op het doorsteken en beschadigen van de knollen te verkleinen. Steek de vork op een ruime afstand van de plant in de grond en wip de kluit met de knollen voorzichtig omhoog. Schud de losse aarde voorzichtig van de knollen af. Weersta de verleiding om de knollen schoon te spuiten met water, omdat dit het risico op schimmel- en rotproblemen tijdens de opslag aanzienlijk verhoogt. Laat een dun laagje aarde zitten; dit zal tijdens het droogproces verder opdrogen en kan later gemakkelijk worden verwijderd.

Direct na het rooien is het tijd voor de eerste voorbereidende handelingen. Snijd de stengel en het overgebleven loof af tot ongeveer 5 tot 10 centimeter boven de knol. Laat dit stukje stengel zitten, want het helpt bij het verder indrogen. Het is op dit moment nog niet nodig om de oude, verschrompelde knol van vorig jaar en de kleine broedknolletjes (kralen) te verwijderen. Deze laten gemakkelijker los nadat de knollen zijn gedroogd. Een eerste, snelle inspectie op ernstige ziekten of beschadigingen is wel aan te raden; gooi duidelijk aangetaste exemplaren direct weg.

Het is belangrijk om de knollen van verschillende variëteiten apart te houden en te labelen als je specifieke kleuren of soorten wilt bewaren. Gebruik weerbestendige labels en bevestig deze aan de restjes stengel of leg ze bij de betreffende partij knollen. Dit lijkt misschien een overbodige stap, maar in het voorjaar zul je blij zijn dat je precies weet welke knol welke kleur bloem zal geven. Dit maakt het plannen en ontwerpen van je tuin voor het volgende seizoen een stuk eenvoudiger en leuker.

Het droogproces of ‘curen’

Nadat de knollen zijn gerooid en het loof is afgesneden, volgt een cruciale fase die bekend staat als ‘curen’ of het droog- en uithardingsproces. Het doel van curen is om de buitenste huid van de knol te laten uitharden en eventuele kleine wondjes, die tijdens het rooien zijn ontstaan, te laten helen. Dit creëert een beschermende barrière die de knol beschermt tegen uitdroging en de inval van ziekteverwekkers tijdens de lange opslagperiode. Het overslaan van deze stap verhoogt het risico op het mislukken van de overwintering aanzienlijk.

Spreid de knollen in een enkele laag uit op een rooster, in een ondiepe kist of op een stuk krantenpapier. Zorg ervoor dat er voldoende luchtcirculatie rond elke knol mogelijk is. Plaats ze op een warme, droge en goed geventileerde plaats, zoals een schuur, garage of een onverwarmde kamer in huis. De ideale temperatuur voor het curen ligt rond de 20 tot 25 graden Celsius. Vermijd direct zonlicht, want dit kan de knollen verbranden en beschadigen.

Laat de knollen gedurende één tot drie weken drogen. De exacte duur hangt af van de grootte van de knollen en de omstandigheden in de droogruimte. Je zult merken dat de resterende aarde volledig opdroogt en gemakkelijk kan worden afgeborsteld. De oude, verschrompelde knol aan de onderkant zal ook indrogen en kan nu eenvoudig van de nieuwe, gezonde knol worden afgebroken. Dit is ook het moment om de kleine broedknolletjes, of kralen, te verzamelen als je van plan bent om je gladiolen te vermeerderen.

Na het droogproces zijn de knollen klaar voor een laatste schoonmaakbeurt. Verwijder voorzichtig de droge aarde, de oude knol en de wortelresten. Wees hierbij voorzichtig om de nieuwe knol niet te beschadigen. Inspecteer elke knol nogmaals grondig. Ze moeten stevig en vrij van zachte plekken, schimmel of donkere vlekken zijn. Alleen de allerbeste, gezondste knollen komen in aanmerking voor de winteropslag. Het is beter om een twijfelgeval weg te gooien dan het risico te lopen dat het je hele voorraad besmet.

De ideale opslagomstandigheden

De sleutel tot een succesvolle winteropslag ligt in het creëren van de juiste omgevingscondities. De opslagruimte moet aan vier belangrijke eisen voldoen: koel, donker, droog en vorstvrij. Een kelder, een onverwarmde garage, een schuur of een koele zolder zijn vaak geschikte locaties. De ideale opslagtemperatuur voor gladiolenknollen ligt stabiel tussen de 5 en 10 graden Celsius. Temperaturen onder het vriespunt zijn fataal, terwijl temperaturen boven de 12-15 graden ervoor kunnen zorgen dat de knollen te vroeg beginnen uit te lopen.

Een goede luchtcirculatie is essentieel om vochtophoping en de ontwikkeling van schimmels zoals botrytis te voorkomen. Gebruik daarom ademende materialen om de knollen in te bewaren. Netzakken (zoals ui- of sinaasappelzakken), papieren zakken, kartonnen dozen met ventilatiegaten of ondiepe houten kistjes zijn uitstekende keuzes. Vermijd te allen tijde plastic zakken of afgesloten plastic bakken, omdat deze vocht vasthouden en onvermijdelijk tot rotting zullen leiden.

Om de knollen extra te beschermen tegen uitdroging en temperatuurschommelingen, kun je ze in een isolerend medium bewaren. Leg de knollen in een kist en bedek ze met droog materiaal zoals turfmolm, vermiculiet, zand of zaagsel. Zorg ervoor dat de knollen elkaar niet raken om de eventuele verspreiding van ziektes te minimaliseren. Dit medium helpt om een stabiel microklimaat rond de knollen te handhaven.

Label de kisten of zakken duidelijk met de naam van de variëteit en de kleur. Dit bespaart je in het voorjaar veel giswerk. Plaats de containers op een plank of rek van de grond af om ze te beschermen tegen eventueel vocht op de vloer en om de luchtcirculatie te bevorderen. Een donkere omgeving is belangrijk om te voorkomen dat de knollen voortijdig uitlopen onder invloed van licht.

Controle tijdens de winter

Het overwinteren van gladiolen is geen proces van ‘opbergen en vergeten’. Het is belangrijk om de opgeslagen knollen gedurende de wintermaanden periodiek te controleren, idealiter één keer per maand. Een regelmatige inspectie stelt je in staat om problemen vroegtijdig te signaleren en in te grijpen voordat ze zich kunnen verspreiden naar de rest van je voorraad. Haal de knollen voorzichtig uit hun opslagmedium en bekijk ze stuk voor stuk.

Let tijdens je inspectie op tekenen van schimmel of rot. Knollen die zacht worden, een muffe geur afgeven of zichtbare schimmelpluis vertonen, moeten onmiddellijk worden verwijderd en weggegooid. Eén rottende knol kan in korte tijd een hele kist gezonde knollen aantasten. Wees streng in je selectie; het is niet de moeite waard om een zieke knol te proberen te redden.

Controleer ook op tekenen van extreme uitdroging. Hoewel de knollen droog moeten blijven, kunnen ze in een zeer droge omgeving te veel vocht verliezen en verschrompelen. Als je merkt dat de knollen erg licht en rimpelig worden, kan de luchtvochtigheid te laag zijn. In dat geval kun je overwegen om ze licht te besproeien met een plantenspuit of ze te bewaren in een medium zoals turfmolm dat iets meer vocht vasthoudt. Dit is echter een delicate balans; te veel vocht is een groter risico dan iets te veel droogte.

Let ten slotte op tekenen van ongedierte. Muizen kunnen een voorraad knollen als een welkome wintermaaltijd zien. Zorg ervoor dat de opslagruimte goed is afgesloten. Ook de gladiolentrips kan overwinteren op de knollen. Als je kleine, donkere, plakkerige vlekjes ziet, kan dit duiden op hun aanwezigheid. Door alert te blijven en regelmatig te controleren, maximaliseer je de kans dat je in het voorjaar een gezonde, levenskrachtige voorraad knollen hebt, klaar om opnieuw geplant te worden.

Misschien vind je dit ook leuk