Het snoeien van de wonderbloem is een onderwerp waarover tuiniers soms van mening verschillen, voornamelijk omdat de plant van nature een mooie, bossige vorm aanneemt en niet per se gesnoeid hoeft te worden om te bloeien. Desondanks kan een doordachte snoei in bepaalde situaties diverse voordelen bieden, variërend van het bevorderen van een compactere groei en een nog rijkere bloei tot het opruimen van de plant en het beheersen van de grootte. Het begrijpen van de verschillende snoeitechnieken en de juiste timing is essentieel om de gewenste resultaten te bereiken zonder de plant te schaden. Snoeien is geen verplichting, maar eerder een hulpmiddel dat de tuinier kan inzetten om de vorm en prestatie van de wonderbloem te optimaliseren.
De meest voorkomende vorm van ‘snoeien’ bij de wonderbloem is het zogenaamde ’toppen’ of ‘nijpen’ van jonge planten. Deze techniek wordt in het vroege groeiseizoen toegepast om de plant te stimuleren zich meer te vertakken. Dit resulteert in een vollere, meer compacte struik met een groter aantal stengels, wat op zijn beurt leidt tot een groter aantal bloemen. Hoewel dit de eerste bloei iets kan vertragen, is het eindresultaat vaak een veel indrukwekkendere plant.
Een andere vorm van snoeien is het onderhoudssnoeien gedurende het groeiseizoen. Dit omvat het verwijderen van beschadigde, zieke of dode takken. Dit is niet alleen esthetisch wenselijk, maar het verbetert ook de luchtcirculatie binnenin de plant, wat de kans op schimmelziekten verkleint. Dit type snoei kan op elk moment worden uitgevoerd wanneer het nodig is en draagt bij aan de algehele gezondheid en vitaliteit van de plant.
Aan het einde van het seizoen speelt het terugsnoeien een cruciale rol in de voorbereiding op de winter. Nadat de eerste vorst het loof heeft aangetast, wordt de plant drastisch teruggesnoeid. Dit is een noodzakelijke stap, of je de knollen nu in de grond laat met een beschermende mulchlaag of ze opgraaft voor winteropslag binnenshuis. Deze laatste snoeibeurt van het jaar markeert het einde van de groeicyclus en bereidt de plant voor op haar rustperiode.
Het toppen van jonge planten
Toppen is een snoeitechniek die wordt toegepast op jonge planten om een bossigere groei te stimuleren. De wonderbloem heeft van nature de neiging om een dominante centrale stengel te ontwikkelen. Door de top van deze stengel te verwijderen, wordt de apicale dominantie doorbroken. Dit stimuleert de slapende knoppen in de bladoksels daaronder om uit te lopen en zijtakken te vormen. Het resultaat is een plant die breder en voller wordt in plaats van hoog en smal.
Het ideale moment om een jonge wonderbloem te toppen is wanneer de plant ongeveer 15 tot 20 centimeter hoog is en meerdere sets echte bladeren heeft ontwikkeld. Gebruik een schone, scherpe snoeischaar of knijp de top van de hoofdstengel er met je vingertoppen uit, net boven een set bladeren. De plant zal reageren door twee nieuwe scheuten te ontwikkelen vanuit de bladoksels net onder de snoeiplek.
Deze techniek kan enkele weken later worden herhaald op de nieuw gevormde zijtakken. Door ook deze toppen te verwijderen, creëer je een exponentieel effect, wat resulteert in een nog dichtere en meer vertakte struik. Dit leidt uiteindelijk tot een plant met aanzienlijk meer bloeipunten en dus een veel rijkere bloemenzee. Houd er wel rekening mee dat elke keer dat je topt, je de bloei met een week of twee uitstelt, dus stop met toppen in de vroege zomer om de plant voldoende tijd te geven om bloemknoppen te vormen.
Toppen is vooral nuttig voor wonderbloemen die in potten worden gekweekt of op een plek staan waar een compacte vorm gewenst is, zoals aan de voorkant van een border. Het helpt ook om de planten steviger te maken en beter bestand tegen wind. Voor planten achterin een border, waar hoogte juist gewenst is, kun je ervoor kiezen om niet te toppen en de plant haar natuurlijke, meer opgaande vorm te laten aannemen.
Onderhoudssnoei gedurende het seizoen
Onderhoudssnoei is een doorlopend proces gedurende het hele groeiseizoen en richt zich op het behouden van de gezondheid en de nette uitstraling van de plant. Het belangrijkste onderdeel van deze snoei is het verwijderen van alle delen van de plant die dood, beschadigd of ziek zijn. Controleer je planten regelmatig op gebroken takken na een storm, bladeren met tekenen van schimmelziekten, of stengels die zijn aangetast door insecten.
Gebruik altijd een scherpe en schone snoeischaar om deze delen te verwijderen. Een schone snede geneest sneller en minimaliseert het risico op infecties. Knip de aangetaste tak of stengel terug tot in het gezonde, levende weefsel. Als je ziek plantmateriaal verwijdert, is het raadzaam om je snoeischaar na elke knip te desinfecteren met alcohol of een bleekmiddeloplossing om de verspreiding van ziekteverwekkers naar andere delen van de plant of andere planten in de tuin te voorkomen.
Soms kan een wonderbloem, zelfs na het toppen, een paar extreem lange of onhandig geplaatste scheuten ontwikkelen die de algehele vorm van de plant verstoren. Je kunt deze eigenwijze takken gedurende het seizoen terugsnoeien om een meer evenwichtige en esthetisch aangename vorm te behouden. Knip de tak terug tot een naar buiten gerichte knop of zijtak om nieuwe groei in de gewenste richting te stimuleren.
Een andere vorm van onderhoud is het verwijderen van uitgebloeide bloemen. Hoewel dit bij de wonderbloem niet strikt noodzakelijk is om de bloei te bevorderen, kan het de plant er wel netter uit laten zien. Het voorkomt ook de vorming van zaden, waardoor de plant haar energie kan richten op het produceren van nieuwe bloemen. Als je echter zaden wilt verzamelen voor volgend jaar, moet je uiteraard een aantal uitgebloeide bloemen laten zitten.
Het beheersen van de grootte en vorm
Soms kan een wonderbloem op een ideale standplaats uitgroeien tot een zeer grote struik, die misschien te groot wordt voor de toegewezen ruimte of naburige planten begint te overwoekeren. In dat geval kan een meer corrigerende snoei nodig zijn om de grootte en de verspreiding van de plant onder controle te houden. Deze snoei kan het beste halverwege het seizoen worden uitgevoerd, zodat de plant voldoende tijd heeft om te herstellen en nieuwe bloemknoppen te vormen.
Om de algehele grootte van de plant te verminderen, kun je de buitenste stengels met ongeveer een derde van hun lengte inkorten. Probeer de natuurlijke, ronde vorm van de struik te behouden door de stengels op verschillende hoogtes terug te knippen. Maak je snedes altijd net boven een blad of een zijtak. Dit zal de plant stimuleren om voller terug te groeien, maar binnen de gewenste grenzen.
Het uitdunnen van het midden van de plant is een andere techniek om de grootte te beheersen en tegelijkertijd de luchtcirculatie te verbeteren. Verwijder een paar van de oudste, dikste stengels volledig bij de basis. Dit opent de structuur van de plant, waardoor licht en lucht dieper kunnen doordringen. Dit helpt niet alleen om schimmelziekten te voorkomen, maar stimuleert ook nieuwe, krachtige groei vanuit de basis van de plant.
Wees niet te terughoudend bij deze vorm van snoeien. De wonderbloem is een krachtige groeier en zal snel herstellen van een snoeibeurt. Het is echter niet aan te raden om meer dan een derde van de totale massa van de plant in één keer te verwijderen. Een drastische snoei kan de plant te veel stress bezorgen. Het is beter om de grootte geleidelijk te beheren met een paar snoeisessies gedurende de zomer.
Het terugsnoeien voor de winter
De meest ingrijpende en noodzakelijke snoeibeurt vindt plaats aan het einde van het seizoen, als voorbereiding op de winter. Nadat de eerste serieuze vorst het loof heeft zwartgeblakerd en doen afsterven, is het tijd om de plant terug te snoeien. Dit is een duidelijke indicatie dat de bovengrondse delen hun functie hebben vervuld en de plant in rust gaat. Het is niet nodig om te wachten tot het loof volledig is vergaan; snoeien na de eerste vorst is het meest praktisch.
Gebruik een stevige snoeischaar of takkenschaar om alle stengels terug te knippen tot ongeveer 10 tot 15 centimeter boven de grond. Het is niet nodig om de stengels tot op de grond af te knippen; het laten staan van een klein stukje stengel maakt het gemakkelijker om de locatie van de knollen terug te vinden in het voorjaar. Dit geldt zowel als je de knollen in de grond laat als wanneer je ze opgraaft.
Nadat de plant is teruggesnoeid, kun je de volgende stap van het overwinteringsproces zetten. Als je in een mild klimaat leeft en de knollen in de grond laat, bedek je het gebied met een dikke laag organische mulch, zoals stro, bladeren of houtsnippers. Deze isolerende laag beschermt de knollen tegen de strengste vorst. De overgebleven stompjes van de stengels helpen om de mulch op zijn plaats te houden.
Als je de knollen opgraaft voor opslag binnenshuis, maakt het terugsnoeien van de plant de taak van het opgraven veel eenvoudiger. Je hebt een duidelijk zicht op de basis van de plant en hoeft niet te worstelen met een massa afstervende bladeren en stengels. Nadat de knollen zijn opgegraven, kun je de resterende stengelstukken verder inkorten tot dicht bij de knol zelf voordat je ze voorbereidt op de opslag.
📷 そらみみ, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons