Share

Het snoeien en terugsnoeien van de sleedoorn

Linden · 22.03.2025.

Het snoeien van de sleedoorn is een kunst die, mits correct uitgevoerd, de gezondheid, vorm en productiviteit van deze robuuste struik aanzienlijk kan verbeteren. Hoewel de sleedoorn in een natuurlijke setting kan uitgroeien tot een dichte, wat warrige struik zonder menselijke tussenkomst, stelt een doordachte snoei ons in staat om de plant te begeleiden en zijn beste eigenschappen te benadrukken. Het doel van snoeien is niet om de natuurlijke vorm te onderdrukken, maar om de struik te verjongen, een open structuur te bevorderen voor een betere licht- en luchtcirculatie, en de productie van bloemen en vruchten te stimuleren. Een goede snoeistrategie houdt rekening met de natuurlijke groeicyclus van de plant en zorgt voor een gezonde en aantrekkelijke struik voor vele jaren.

Voordat je de snoeischaar ter hand neemt, is het essentieel om te begrijpen waarom en wanneer je snoeit. De belangrijkste redenen om een sleedoorn te snoeien zijn het verwijderen van dood, beschadigd of ziek hout, het uitdunnen van de kroon om licht en lucht binnen te laten, het beheersen van de grootte en vorm, en het stimuleren van nieuwe, productievere groei. Het verwijderen van kruisende of schurende takken is ook belangrijk, omdat de wonden die hierdoor ontstaan toegangspoorten kunnen zijn voor ziekten. Snoeien is dus zowel een esthetische als een fytosanitaire ingreep.

Het is cruciaal om te weten dat de sleedoorn bloeit en vruchten draagt op hout dat in het voorgaande jaar is gevormd, ook wel ‘oud hout’ genoemd. Dit betekent dat een rigoureuze snoei in de winter of het vroege voorjaar, voordat de plant bloeit, zal resulteren in het wegknippen van bijna alle bloemknoppen. Hierdoor zal de struik dat jaar nauwelijks tot geen bloemen en dus ook geen vruchten produceren. Het is een veelgemaakte fout die gemakkelijk te vermijden is met de juiste kennis van de groeicyclus van de plant.

Het gebruik van het juiste gereedschap is van groot belang voor zowel je eigen veiligheid als de gezondheid van de plant. Vanwege de dichte groei en de scherpe doornen zijn stevige, lange handschoenen en beschermende kleding onmisbaar. Zorg voor een scherpe en schone snoeischaar voor de kleinere takken, een takkenschaar voor de dikkere takken en eventueel een compacte snoeizaag voor het verwijderen van oude, dikke stammen. Scherp gereedschap maakt zuivere wonden die sneller helen, en schoon gereedschap voorkomt de verspreiding van ziekten.

De beste tijd om te snoeien

De timing van de snoei is de sleutel tot succes. De absoluut beste tijd om een sleedoorn te snoeien voor vorm en onderhoud is direct na de bloei, in de late lente. Op dit moment kun je de uitgebloeide takken terugsnoeien en de struik in model brengen zonder de bloemproductie voor het volgende jaar in gevaar te brengen. De plant heeft dan nog het hele groeiseizoen de tijd om nieuwe scheuten te vormen waarop volgend voorjaar de bloemen zullen verschijnen.

Snoeien direct na de bloei stelt je in staat om de structuur van de struik goed te zien, voordat deze volledig in het blad staat. Je kunt de vorm corrigeren, de struik uitdunnen en eventuele zwakke of ongewenste takken verwijderen. De wonden die door het snoeien ontstaan, helen snel in deze periode van actieve groei, wat het risico op infecties minimaliseert. Deze timing zorgt voor een perfecte balans tussen het behouden van de bloemenpracht en het onderhouden van een gezonde struik.

Snoeien in de late herfst of winter, wanneer de plant in rust is, kan ook, maar moet met meer beleid gebeuren. Dit is een goed moment om dood of ziek hout te verwijderen, omdat dit dan goed zichtbaar is op de kale struik. Een lichte vormsnoei is mogelijk, maar wees je er bewust van dat elke tak die je wegsnoeit, een tak is die in het voorjaar niet zal bloeien. Radicaal terugsnoeien in de winter wordt daarom afgeraden, tenzij het gaat om een verwaarloosde struik die een volledige verjongingssnoei nodig heeft.

Snoeien in de late zomer moet worden vermeden. Dit kan de plant stimuleren om nieuwe, late groei te produceren die niet de kans krijgt om voldoende af te harden voor de eerste vorst. Deze jonge, tere scheuten zijn erg gevoelig voor vorstschade, wat de plant kan verzwakken. Houd je dus bij voorkeur aan de periode direct na de bloei voor het meeste snoeiwerk.

Technieken voor onderhoudssnoei

De onderhoudssnoei, die idealiter jaarlijks wordt uitgevoerd na de bloei, richt zich op het behouden van een gezonde en open structuur. Begin altijd met het verwijderen van wat bekend staat als de ‘drie D’s’: dood, beschadigd en ziek hout (Dead, Damaged, Diseased). Deze takken dragen niets bij aan de gezondheid van de plant en kunnen een bron van infecties zijn. Snoei ze terug tot aan de basis of tot op een gezonde zijtak.

Dun vervolgens de struik uit door enkele van de oudere, dikkere takken volledig bij de basis weg te nemen. Dit opent de kern van de struik, waardoor licht en lucht dieper kunnen doordringen. Een goede luchtcirculatie helpt schimmelziekten te voorkomen, en meer licht op de binnenste takken stimuleert de ontwikkeling van bloemknoppen door de hele struik, niet alleen aan de buitenkant. Probeer elk jaar ongeveer een kwart tot een derde van de oudste takken te verwijderen.

Kijk daarna naar de algehele vorm van de struik. Verwijder takken die naar binnen groeien of die andere takken kruisen en schuren. Kort te lange, sprieterige scheuten in om een compactere en vollere vorm te behouden. Probeer bij het inkorten van een tak altijd net boven een naar buiten gerichte knop of zijtak te knippen. De nieuwe scheut die uit deze knop groeit, zal dan naar buiten groeien, wat bijdraagt aan een open en evenwichtige kroonstructuur.

Een specifiek aandachtspunt bij de sleedoorn is de controle van de wortelopslag. De struik heeft een sterke neiging om uitlopers te vormen vanuit zijn wortelstelsel, soms op aanzienlijke afstand van de moederplant. Deze uitlopers moeten consequent worden verwijderd, tenzij je de struik zich wilt laten uitbreiden tot een dicht struikgewas. Steek ze met een scherpe spade zo diep mogelijk af of knip ze weg met een snoeischaar. Dit voorkomt dat de sleedoorn je tuin overneemt.

Verjongingssnoei voor oude struiken

Oudere, verwaarloosde sleedoornstruiken kunnen na verloop van tijd een dichte, ondoordringbare kluwen van takken worden, met veel dood hout in het midden en afnemende bloei. In zo’n geval kan een drastische verjongingssnoei de plant nieuw leven inblazen. Deze methode is ingrijpend en moet zorgvuldig worden overwogen. Het resultaat op de lange termijn is echter vaak een veel gezondere en productievere struik.

De meest radicale aanpak is om de hele struik in de late winter, wanneer hij volledig in rust is, terug te snoeien tot ongeveer 15-20 centimeter boven de grond. Dit lijkt misschien extreem, maar de sleedoorn is een veerkrachtige plant die vanuit de basis krachtig zal teruggroeien. In het daaropvolgende voorjaar zal de plant een groot aantal nieuwe, sterke scheuten produceren. Het eerste jaar na deze snoei zal er geen bloei of vruchtzetting zijn, omdat alle bloemknoppen zijn verwijderd.

Een iets minder drastische en vaak aan te raden methode is om de verjonging over een periode van drie jaar te spreiden. In het eerste jaar snoei je een derde van de oudste, dikste takken tot aan de basis weg. In het tweede jaar verwijder je de helft van de resterende oude takken, en in het derde jaar snoei je de laatste oude takken weg. Op deze manier behoudt de struik tijdens het proces nog steeds wat vorm en zal hij elk jaar nog steeds een beetje bloeien, terwijl hij tegelijkertijd wordt gestimuleerd om nieuwe, jonge scheuten te vormen.

Na een verjongingssnoei is het belangrijk om de nieuwe groei te begeleiden. In de zomer na de snoei zullen er veel nieuwe scheuten ontstaan. Selecteer de sterkste en best geplaatste scheuten om de nieuwe structuur van de struik te vormen en snoei de zwakkere of onhandig geplaatste scheuten weg. Vanaf dat moment kun je overgaan op de reguliere jaarlijkse onderhoudssnoei om de nieuwe, verjongde struik in topconditie te houden.

Snoeien voor specifieke doeleinden

De manier van snoeien kan worden aangepast aan het doel dat je met de sleedoorn hebt. Als je de struik voornamelijk als een ondoordringbare haag wilt gebruiken, is een andere aanpak vereist dan voor een solitaire struik. Een sleedoornhaag kan het beste twee keer per jaar worden geschoren om een dichte, formele vorm te behouden. De eerste snoei vindt plaats in het late voorjaar, na de bloei, en een tweede, lichtere snoei kan in de nazomer plaatsvinden om de vorm bij te werken. Houd er rekening mee dat het scheren van een haag de vruchtproductie sterk zal verminderen.

Als je de sleedoorn juist voor een maximale vruchtenoogst teelt, is het snoeibeleid gericht op het creëren van een open, zonnige structuur. Dun de struik goed uit zodat de zon alle vruchtdragende takken kan bereiken, wat essentieel is voor de rijping en smaakontwikkeling van de bessen. Verwijder oud, minder productief hout om plaats te maken voor jonge, vitale takken, die de beste vruchten dragen. Vermijd het inkorten van de takken, omdat de vruchten vaak aan het einde van de scheuten van vorig jaar verschijnen.

Voor een meer natuurlijke, landschappelijke uitstraling, bijvoorbeeld in een wilde tuin of een gemengde border, kun je de snoei tot een minimum beperken. Focus je in dat geval uitsluitend op het verwijderen van dood, ziek of duidelijk storend hout. Laat de struik zijn natuurlijke, ietwat grillige vorm ontwikkelen. Zelfs met deze minimalistische aanpak is het nog steeds belangrijk om de wortelopslag onder controle te houden om ongewenste verspreiding te voorkomen.

Ongeacht het doel, is het observeren van je plant de beste gids voor je snoeiwerk. Elke struik is uniek in zijn groei en locatie. Leer de reactie van je sleedoorn op de snoei te ‘lezen’. Een goed gesnoeide struik is niet alleen een lust voor het oog, maar ook een toonbeeld van vitaliteit, klaar om het voorjaar te verwelkomen met een explosie van bloesem en de herfst te vieren met een rijke oogst aan donkerblauwe vruchten.

Misschien vind je dit ook leuk