Het succesvol planten en vermeerderen van de wisselbloem legt de basis voor een seizoen vol kleur en levendigheid in je tuin of op je balkon. Hoewel het een relatief eenvoudige plant is om te verzorgen, zijn er enkele cruciale stappen en overwegingen bij het aanplanten en het creëren van nieuwe planten die het verschil kunnen maken tussen een matig presterende plant en een ware blikvanger. Het kiezen van het juiste moment, de perfecte locatie en de juiste methode zijn van essentieel belang. Door deze processen met zorg en kennis uit te voeren, kun je niet alleen genieten van een prachtige, gezonde wisselbloem, maar ook je collectie uitbreiden of planten delen met andere tuinliefhebbers.
Het plantproces begint met de aankoop van een gezonde jonge plant of het opkweken van je eigen planten uit stek of zaad. Bij de aankoop is het belangrijk om te letten op een compacte groeiwijze, frisgroen blad en de afwezigheid van ziekten of plagen. Een goed ontwikkeld wortelstelsel is eveneens een teken van een vitale plant. Het correct planten in de volle grond of in een pot met de juiste grondsoort en op de juiste diepte zorgt ervoor dat de plant snel kan acclimatiseren en een sterke start kan maken.
Vermeerdering biedt een lonende manier om meer van deze prachtige planten te verkrijgen zonder extra kosten. De meest gebruikelijke en succesvolle methode is het nemen van stekken, wat resulteert in nieuwe planten die identiek zijn aan de moederplant. Dit is ideaal als je een specifieke kleur of variëteit wilt behouden. Vermeerdering uit zaad is ook een optie, hoewel dit meer geduld vergt en de nakomelingen kunnen variëren in kleur en eigenschappen, wat ook voor een leuke verrassing kan zorgen in de tuin.
In deze gids zullen we stap voor stap de beste praktijken voor zowel het planten als het vermeerderen van de wisselbloem behandelen. We bespreken hoe je de ideale plantlocatie kiest, hoe je de plant correct in de grond zet, en geven gedetailleerde instructies voor het nemen van stekken en het zaaien. Met deze deskundige tips en technieken kun je vol vertrouwen aan de slag om je tuin te verrijken met de spectaculaire en langbloeiende wisselbloem.
De juiste tijd en locatie voor het planten
Timing is alles als het gaat om het buiten planten van de vorstgevoelige wisselbloem. Het is absoluut cruciaal om te wachten tot alle gevaar voor nachtvorst is geweken. In Nederland en België is dit doorgaans na IJsheiligen, rond half mei. Het planten op een te vroeg tijdstip kan de jonge, gevoelige plant onherstelbare schade toebrengen of zelfs fataal zijn. Geduld is dus een schone zaak; het is beter om iets langer te wachten en zeker te zijn van stabiele, warmere temperaturen, zodat de plant een stressvrije start kan maken en direct kan beginnen met groeien.
De keuze van de locatie is minstens zo belangrijk als de timing. Zoals eerder benadrukt, is de wisselbloem een echte zonaanbidder. Een plek waar de plant minimaal zes tot acht uur direct zonlicht per dag ontvangt, is essentieel voor een gezonde groei en, nog belangrijker, voor een uitbundige bloei. Een zonnige border op het zuiden, een prominente plek in een rotstuin of een zonnig balkon zijn perfecte opties. Een locatie met minder zon zal resulteren in minder bloemen en een minder compacte plant.
Naast zonlicht moet de locatie ook beschutting bieden tegen sterke wind. Hoewel de stengels redelijk stevig zijn, kan aanhoudende harde wind de plant uitdrogen en de bladeren en bloemen beschadigen. Een plekje bij een muur, schutting of omringd door andere, stevigere planten kan de nodige bescherming bieden. Dit creëert een warmer microklimaat waarin de wisselbloem zich bijzonder thuis voelt en beter zal presteren gedurende het hele seizoen.
De bodem op de gekozen locatie moet licht en zeer goed doorlatend zijn. Wisselbloemen verdragen geen natte voeten, wat kan leiden tot wortelrot. Als je in de volle grond plant, verbeter dan zware kleigrond door deze te mengen met compost en grof zand om de structuur en drainage te verbeteren. Voor potten is het gebruik van een kwalitatieve potgrond gemengd met perliet of zand, en een pot met voldoende drainagegaten, een absolute voorwaarde voor succes. Een goede voorbereiding van de plantplek betaalt zich later dubbel en dwars terug.
Stapsgewijze handleiding voor het planten
Het planten van een wisselbloem, of het nu een aangekochte plant is of een zelf opgekweekte, vereist een zorgvuldige aanpak om de overgang zo soepel mogelijk te maken. Begin met het voorbereiden van het plantgat. Graaf een gat dat ongeveer twee keer zo breed en net zo diep is als de kluit van de plant. Dit geeft de wortels voldoende losse grond om zich gemakkelijk in te kunnen verspreiden. Als je in de volle grond plant, verbeter dan de uitgegraven aarde met compost voor extra voedingsstoffen en een betere structuur.
Haal de plant voorzichtig uit haar kweekpot. Knijp zachtjes in de zijkanten van de pot om de kluit los te maken en keer de pot ondersteboven terwijl je de plant met je andere hand ondersteunt. Vermijd het trekken aan de stengels. Als de wortels dicht en in een cirkel aan de onderkant van de kluit groeien (wortelgebonden), maak ze dan voorzichtig met je vingers een beetje los. Dit stimuleert de wortels om naar buiten te groeien in de nieuwe grond, in plaats van in dezelfde cirkel te blijven groeien.
Plaats de kluit in het midden van het plantgat. De bovenkant van de kluit moet gelijk zijn met het omliggende grondniveau. Het is belangrijk om de plant niet te diep te planten, omdat dit de stam kan doen rotten. Vul het gat rondom de kluit aan met de voorbereide aarde. Druk de grond zachtjes maar stevig aan om luchtbellen te verwijderen en ervoor te zorgen dat de wortels goed contact maken met de grond.
Geef na het planten onmiddellijk en rijkelijk water. Dit helpt de grond rond de wortels te zetten en vermindert de transplantatieshock voor de plant. De eerste paar weken na het planten is het belangrijk om de grond constant licht vochtig te houden om de plant te helpen zich te vestigen en nieuwe wortels te vormen. Eenmaal gevestigd, kun je overgaan op een normaler bewateringsschema, afhankelijk van het weer en de behoeften van de plant.
Vermeerdering door middel van stekken
Het vermeerderen van de wisselbloem door middel van stekken is een populaire en zeer effectieve methode. Het stelt je in staat om exacte klonen van je favoriete plant te maken, met behoud van dezelfde bloemkleur en groei-eigenschappen. De beste tijd om stekken te nemen is in de late lente of de vroege zomer, wanneer de plant actief groeit en de stengels krachtig zijn. Kies voor het stekken gezonde, niet-bloeiende scheuten van de moederplant. Deze zogenaamde kopstekken hebben de meeste groeikracht en zullen het snelst wortelen.
Gebruik een schoon, scherp mesje of een snoeischaar om een stek van ongeveer 10-15 centimeter lang af te knippen, net onder een bladknoop. Een bladknoop is de plek waar een blad aan de stengel vastzit. Verwijder de onderste bladeren van de stek, zodat je een kale stengel van enkele centimeters overhoudt. Laat slechts twee of drie paar bladeren aan de bovenkant van de stek zitten. Het verwijderen van de onderste bladeren voorkomt dat deze gaan rotten in de stekgrond en vermindert de verdamping, waardoor de stek meer energie kan steken in het vormen van wortels.
Hoewel niet strikt noodzakelijk, kan het gebruik van stekpoeder de kans op succes aanzienlijk vergroten. Doop de onderste, kale centimeter van de stek in het stekpoeder en tik het overtollige poeder er voorzichtig af. Stekpoeder bevat hormonen die de wortelvorming stimuleren en schimmels tegengaan. Maak vervolgens met een potlood of stokje een gaatje in een potje gevuld met een mengsel van stekgrond en zand. Plaats de stek voorzichtig in het gaatje en druk de grond eromheen zachtjes aan.
Geef de stekjes water en dek het potje af met een doorzichtige plastic zak of plaats het in een kweekkasje om een hoge luchtvochtigheid te creëren. Dit voorkomt uitdroging van de stek. Zet de potjes op een lichte, warme plek, maar vermijd direct zonlicht. Houd de grond licht vochtig en lucht de stekjes dagelijks om schimmelvorming te voorkomen. Na enkele weken zullen de stekjes wortels hebben gevormd, wat je kunt merken aan nieuwe bladgroei. Zodra ze goed geworteld zijn, kunnen ze worden overgepot naar een grotere pot.
Vermeerdering uit zaad
Hoewel het nemen van stekken de meest gangbare methode is, kan het ook een leuk experiment zijn om de wisselbloem uit zaad te vermeerderen. Houd er rekening mee dat de zaden van hybride variëteiten mogelijk niet dezelfde eigenschappen hebben als de moederplant. De zaden van de wisselbloem bevinden zich in de kleine, donkere besjes die na de bloei verschijnen. Het is belangrijk te onthouden dat deze bessen, net als de rest van de plant, zeer giftig zijn. Oogst de bessen alleen als ze volledig rijp en donkerblauw of zwart van kleur zijn.
Om de zaden te verzamelen, week je de rijpe bessen in water en verwijder je het vruchtvlees om het harde zaadje binnenin bloot te leggen. Laat de zaden vervolgens goed drogen voordat je ze opbergt of zaait. De zaden hebben vaak een harde zaadhuid die de kieming kan bemoeilijken. Om de kans op succes te vergroten, kun je de zaden scarificeren (licht opschuren met schuurpapier) en ze vervolgens 24 uur in warm water weken voordat je ze zaait. Dit helpt het water om door de zaadhuid heen te dringen en het kiemproces te starten.
Zaai de voorbehandelde zaden in het vroege voorjaar binnenshuis, ongeveer 6 tot 8 weken voor de laatste verwachte vorstdatum. Gebruik een zaaitray of kleine potjes gevuld met een luchtige zaai- en stekgrond. Plant de zaden ongeveer een halve centimeter diep en bedek ze licht met aarde. Geef voorzichtig water om de grond vochtig te maken en dek de tray af met een plastic kap of huishoudfolie om een vochtige omgeving te behouden.
Plaats de zaaitray op een warme plek, idealiter met een constante bodemtemperatuur van rond de 21-24 graden Celsius. Een warmtemat kan hierbij zeer nuttig zijn. De kieming kan onregelmatig zijn en variëren van enkele weken tot enkele maanden, dus geduld is vereist. Zodra de zaailingen verschijnen en hun eerste echte blaadjes hebben ontwikkeld, kun je de kap verwijderen. Verspeen de zaailingen naar individuele potjes als ze groot genoeg zijn om te hanteren en laat ze verder groeien op een lichte, zonnige vensterbank totdat ze na de laatste vorst naar buiten kunnen.
Zorg na het planten en vermeerderen
De zorg direct na het planten of verpotten van een wisselbloem is cruciaal voor een goede start. De plant heeft tijd nodig om te herstellen van de transplantatieshock en een nieuw, sterk wortelstelsel te ontwikkelen. Zorg ervoor dat de grond gedurende de eerste paar weken constant licht vochtig blijft, maar niet drassig. Dit is de meest kritieke periode voor de wortelontwikkeling. Bescherm de pas geplante wisselbloem tegen extreme weersomstandigheden zoals felle middagzon of harde wind, totdat je ziet dat de plant nieuwe groei begint te vertonen.
Wacht met het geven van meststoffen tot ongeveer drie tot vier weken na het planten. De meeste potgronden bevatten al een startbemesting en te vroeg bemesten kan de tere, nieuwe wortels beschadigen. Zodra je ziet dat de plant goed is aangeslagen en nieuwe bladeren en scheuten produceert, kun je beginnen met een regelmatig bemestingsprogramma. Begin met een halve dosering en bouw dit geleidelijk op naar de aanbevolen hoeveelheid op de verpakking van de meststof.
Voor jonge planten die uit stek of zaad zijn opgekweekt, is het belangrijk om ze geleidelijk aan de buitenomstandigheden te laten wennen, een proces dat bekend staat als afharden. Begin met het buiten plaatsen van de plantjes op een beschutte, schaduwrijke plek voor slechts een uur of twee per dag. Verhoog geleidelijk de duur en de blootstelling aan direct zonlicht over een periode van een tot twee weken. Dit voorkomt dat de jonge, tere bladeren verbranden en helpt de plant zich aan te passen aan de nieuwe omgeving.
Een belangrijke techniek om jonge wisselbloemen te stimuleren tot een bossige groei is het ’toppen’ van de plant. Zodra de jonge plant een hoogte van ongeveer 15 centimeter heeft bereikt, knip je de bovenste groeiknop eruit. Dit moedigt de plant aan om zijscheuten te vormen vanuit de bladoksels eronder. Het resultaat is een veel vollere en compactere plant die uiteindelijk meer bloemen zal produceren. Deze simpele ingreep in een vroeg stadium legt de basis voor een prachtig gevormde volwassen plant.
📷 Flickr / Szerző: Mauricio Mercadante / Licence: CC BY-NC-SA 2.0