Share

Het planten en vermeerderen van de weigela

Daria · 18.03.2025.

Het succesvol aanplanten en vermeerderen van de weigela vormt de basis voor een gezonde en bloeiende struik die jarenlang een sieraad in de tuin kan zijn. Een juiste start is hierbij van onschatbare waarde; het zorgvuldig kiezen van het plantmoment, het correct voorbereiden van de standplaats en het volgen van een stapsgewijze plantmethode dragen allemaal bij aan een snelle en probleemloze vestiging van de plant. Daarnaast biedt de weigela uitstekende mogelijkheden voor vermeerdering, waardoor je op een eenvoudige en voordelige manier meer van deze prachtige heesters in je tuin kunt introduceren of ze kunt delen met andere tuinliefhebbers. Het beheersen van technieken zoals stekken en afleggen opent de deur naar een nog rijkere tuinervaring en stelt je in staat om de genetische eigenschappen van je favoriete cultivars te behouden.

De ideale planttijd kiezen

Het kiezen van het juiste moment om een weigela te planten is een cruciale eerste stap om de plant een optimale start te geven. Over het algemeen zijn de herfst en het vroege voorjaar de beste periodes voor het aanplanten van heesters. De herfst, van september tot november, wordt vaak beschouwd als de meest ideale tijd. De bodem is dan nog relatief warm van de zomer, wat de wortelgroei stimuleert, terwijl de plant bovengronds al in rust gaat. Hierdoor kan de weigela haar energie richten op het ontwikkelen van een sterk wortelstelsel voordat de winter invalt, wat haar een voorsprong geeft in het voorjaar.

Planten in het vroege voorjaar, van maart tot april, is ook een uitstekende optie, vooral in koudere klimaten waar de winters streng kunnen zijn. Zodra de kans op strenge vorst geweken is en de bodem bewerkbaar is, kan de weigela geplant worden. Het voordeel van planten in het voorjaar is dat de struik direct kan profiteren van de toenemende daglengte en temperatuur om zowel wortels als nieuwe scheuten te ontwikkelen. Het is echter wel belangrijk om tijdens het eerste groeiseizoen extra aandacht te besteden aan de watergift, omdat de plant nog geen diep wortelstelsel heeft om droge periodes in de zomer te overbruggen.

Het planten tijdens de hete zomermaanden wordt over het algemeen afgeraden. De combinatie van hoge temperaturen, felle zon en mogelijke droogte legt een aanzienlijke stress op een nieuw geplante struik. De plant verliest veel vocht via haar bladeren door verdamping, terwijl het nog onderontwikkelde wortelstelsel moeite heeft om voldoende water op te nemen. Als het onvermijdelijk is om in de zomer te planten, zorg dan voor overvloedige en consistente watergift en overweeg tijdelijke schaduw te bieden om de plant te beschermen tegen de heetste middagzon.

Ongeacht het gekozen seizoen, is het raadzaam om de weigela op een bewolkte dag of aan het einde van de middag te planten. Dit vermindert de directe stress van de zon op de plant direct na het verplanten. Zorg ervoor dat de plant die je koopt gezonde, goed ontwikkelde wortels heeft en geen tekenen van ziekten of plagen vertoont. Een gezonde startplant zal zich veel sneller en gemakkelijker aanpassen aan haar nieuwe omgeving en uitgroeien tot een sterke, volwassen struik.

Stapsgewijze handleiding voor het planten

Een zorgvuldige voorbereiding en uitvoering van het plantproces zijn essentieel voor het succes van je weigela. Begin met het graven van een ruim plantgat. De regel is om het gat ongeveer twee keer zo breed en net zo diep te maken als de kluit van de plant. Deze extra breedte zorgt ervoor dat de omringende grond los is, waardoor de wortels zich gemakkelijk kunnen verspreiden en de grond in kunnen groeien. Maak de aarde op de bodem van het gat ook goed los met een riek of spade.

Voordat je de plant in het gat plaatst, is het belangrijk om de kluit goed voor te bereiden. Als de weigela in een pot staat, dompel de pot dan onder in een emmer met water totdat er geen luchtbellen meer opstijgen. Dit zorgt ervoor dat de kluit volledig verzadigd is met vocht. Verwijder de plant vervolgens voorzichtig uit de pot en inspecteer de wortels. Als de wortels in een dichte cirkel rond de kluit groeien (potgebonden), maak ze dan voorzichtig los met je vingers of maak enkele verticale sneden in de zijkant van de kluit om de wortels te stimuleren naar buiten te groeien.

Plaats de weigela in het midden van het plantgat en zorg ervoor dat de bovenkant van de kluit gelijk is met het omliggende grondniveau. Het is cruciaal dat de plant niet te diep wordt geplant, omdat dit kan leiden tot stamrot. Vul het gat vervolgens voor de helft met de uitgegraven aarde, die je eventueel hebt verbeterd met compost of potgrond. Geef nu ruim water om de grond rond de wortels te laten bezinken en eventuele luchtbellen te verwijderen. Vul daarna de rest van het gat aan met aarde en druk de grond voorzichtig aan met je handen of voeten.

Na het planten is het aan te raden om een gietrand van aarde rond de basis van de plant te maken. Deze rand helpt om het water direct bij de wortelzone te concentreren en te voorkomen dat het wegstroomt. Geef de plant onmiddellijk na het aanplanten nogmaals overvloedig water. Een laag mulch van 5-10 cm, aangebracht rond de basis van de plant, helpt vocht vast te houden, onkruid te onderdrukken en de bodemtemperatuur te reguleren, wat de plant een extra steuntje in de rug geeft bij het vestigen.

Vermeerdering door stekken

Het vermeerderen van de weigela door middel van stekken is een populaire en effectieve methode om nieuwe planten te verkrijgen die identiek zijn aan de moederplant. De beste tijd om te stekken is in de vroege zomer, van juni tot begin augustus, wanneer de plant actief groeit. Voor deze methode worden zogenaamde halfhoutige stekken gebruikt. Dit zijn stekken die zijn genomen van de groei van het huidige seizoen, die aan de basis al enigszins hard beginnen te worden maar aan de top nog zacht en flexibel zijn.

Kies voor het nemen van stekken gezonde, krachtige en niet-bloeiende scheuten van de moederplant. Snijd met een scherp en schoon mes of snoeischaar stukken van ongeveer 10 tot 15 centimeter lang. Maak de snede net onder een bladknoop (de plaats waar een blad aan de stengel vastzit). Verwijder vervolgens de bladeren van de onderste helft van de stek en snijd de overgebleven bladeren aan de top doormidden om de verdamping te verminderen. Dit helpt de stek om vocht vast te houden terwijl deze wortels vormt.

Om de beworteling te bevorderen, kun je de onderkant van de stek dippen in stekpoeder, dat bewortelingshormonen bevat. Hoewel dit niet strikt noodzakelijk is voor weigela, kan het de succeskans en de snelheid van de wortelvorming aanzienlijk verhogen. Steek de stekken vervolgens ongeveer 5 centimeter diep in een pot of tray gevuld met een luchtig en goed doorlatend stekmedium, zoals een mengsel van potgrond en perliet of grof zand. Druk de grond rond de stek licht aan.

Plaats de pot met stekken op een warme, lichte plaats, maar uit direct zonlicht. Om een hoge luchtvochtigheid rond de stekken te creëren, wat essentieel is voor de beworteling, kun je de pot afdekken met een doorzichtige plastic zak of een plastic deksel. Zorg voor enige ventilatie om schimmelvorming te voorkomen. Houd het stekmedium constant licht vochtig maar niet doorweekt. Na enkele weken tot maanden zullen de stekken wortels hebben gevormd, wat je kunt testen door er zachtjes aan te trekken. Zodra ze goed geworteld zijn, kunnen ze worden overgepot in individuele potten.

De methode van afleggen

Afleggen is een andere eenvoudige en zeer betrouwbare methode om weigela te vermeerderen, die vooral geschikt is voor heesters met lange, buigzame takken. Bij deze techniek wordt een tak van de moederplant naar de grond gebogen en gestimuleerd om wortels te vormen terwijl deze nog aan de plant vastzit. Het grote voordeel van afleggen is dat de tak continu wordt voorzien van water en voedingsstoffen door de moederplant, wat de kans op succes bijna garandeert. De beste tijd om dit te doen is in het voorjaar of de vroege zomer.

Selecteer een lage, gezonde en buigzame tak die gemakkelijk de grond kan bereiken. Maak op de plek waar de tak de grond raakt een klein sleufje in de aarde. Verwijder de bladeren van het deel van de tak dat de grond zal raken. Maak vervolgens met een scherp mes een kleine, oppervlakkige verwonding aan de onderkant van de tak, op het gedeelte dat in de grond komt. Deze verwonding stimuleert de vorming van wortels op die specifieke plek. Het gebruik van stekpoeder op de wond kan dit proces verder versnellen.

Buig de tak naar beneden en leg het verwonde deel in het sleufje in de grond. Zet de tak vast met een metalen kram, een gebogen stuk draad of een steen, zodat deze goed contact maakt met de aarde en niet terug kan veren. Bedek het af te leggen deel van de tak met aarde, maar laat de top van de tak, met enkele bladeren eraan, boven de grond uitsteken. Het kan handig zijn om de top van de tak verticaal aan een klein stokje te binden om een rechte groei te bevorderen.

Houd de grond rond de aflegger gedurende het groeiseizoen constant vochtig. Na verloop van tijd, wat enkele maanden tot een jaar kan duren, zal de tak op de begraven plek zijn eigen wortelstelsel hebben ontwikkeld. Je kunt dit controleren door voorzichtig de aarde weg te halen. Zodra er een substantieel wortelstelsel is gevormd, kan de nieuwe plant van de moederplant worden losgeknipt. De jonge weigela kan dan voorzichtig worden opgegraven en op haar definitieve plek in de tuin worden geplant.

Zorg voor jonge planten

Na het planten of het succesvol vermeerderen, vereisen jonge weigela’s speciale zorg om zich te ontwikkelen tot sterke, volwassen struiken. De eerste paar seizoenen zijn cruciaal voor de vestiging van de plant. Een van de belangrijkste aspecten van de zorg is een consistente watergift. De wortels van jonge planten zijn nog niet diep genoeg geworteld om vocht uit diepere grondlagen te halen, dus zijn ze afhankelijk van regelmatig water. Controleer de grondvochtigheid wekelijks en geef diep water wanneer de bovenste centimeters van de grond droog aanvoelen, vooral tijdens droge periodes.

Bescherming tegen extreme weersomstandigheden is eveneens belangrijk voor jonge planten. In de eerste winter na het planten kan een jonge weigela gevoeliger zijn voor vorstschade. Het aanbrengen van een dikke laag mulch (zoals stro of bladeren) rond de basis van de plant helpt de wortels te isoleren en te beschermen tegen bevriezing. In gebieden met zeer strenge winters kan het nuttig zijn om de hele struik losjes in te pakken met vliesdoek of jute voor extra bescherming tegen vrieskou en uitdrogende winterwind.

De bemesting van jonge planten moet met zorg gebeuren. In het eerste jaar na het planten is de voedingsvoorraad die bij het planten is toegevoegd (compost in het plantgat) meestal voldoende. Vanaf het tweede jaar kun je in het vroege voorjaar een lichte bemesting geven met een uitgebalanceerde, langzaam werkende meststof. Vermijd overbemesting, omdat dit kan leiden tot snelle, zwakke groei die de plant kwetsbaarder maakt voor ziekten, plagen en windschade. Een gezonde, gestage groei is het doel.

Snoeien is in de eerste paar jaar meestal niet nodig, tenzij er sprake is van dode, beschadigde of kruisende takken. Laat de jonge plant zich op een natuurlijke manier ontwikkelen en een goede structuur vormen. Na twee tot drie jaar, wanneer de struik goed is gevestigd, kun je beginnen met de reguliere onderhoudssnoei na de bloei om de vorm te behouden en de bloei te stimuleren. Geduld en consistente zorg in de beginjaren zullen worden beloond met een gezonde, krachtige en rijkbloeiende weigela voor vele jaren.

Misschien vind je dit ook leuk