Share

Het planten en vermeerderen van de blauwe spirea

Daria · 13.06.2025.

De succesvolle aanplant van een blauwe spirea legt de fundering voor een gezonde en bloeirijke toekomst van deze prachtige laatbloeiende heester. Het proces van planten is meer dan alleen een gat graven; het vereist aandacht voor het juiste tijdstip, de voorbereiding van de bodem en de nazorg om de plant een optimale start te geven. Daarnaast is het vermeerderen van de blauwe spirea een lonende bezigheid voor de enthousiaste tuinier, waarmee je eenvoudig je eigen planten kunt kweken om de tuin verder op te fleuren of om uit te delen. Door de juiste technieken toe te passen, kan iedereen genieten van het proces van het creëren van nieuw leven uit een bestaande plant.

Het kiezen van het juiste moment om de blauwe spirea te planten is van cruciaal belang. De beste periodes hiervoor zijn het voorjaar (na de laatste vorst) en het vroege najaar. Planten in het voorjaar geeft de struik een heel groeiseizoen de tijd om een sterk wortelstelsel te ontwikkelen voordat de winter invalt. Planten in het najaar, wanneer de bodem nog warm is, zorgt er ook voor dat de wortels zich goed kunnen vestigen. Vermijd het planten tijdens hete, droge zomerperiodes of wanneer de grond bevroren is.

De voorbereiding van de plantlocatie is een stap die niet mag worden overgeslagen. Kies een zonnige, beschutte plek en zorg ervoor dat de bodem perfect gedraineerd is. Graaf een plantgat dat minstens twee keer zo breed is als de kluit van de plant en ongeveer even diep. Maak de grond op de bodem en aan de zijkanten van het gat goed los. Meng de uitgegraven aarde met organisch materiaal zoals compost om de structuur en vruchtbaarheid te verbeteren en voeg grof zand toe als de drainage te wensen overlaat.

Na de aanplant is een goede nazorg essentieel. Geef de plant onmiddellijk na het planten overvloedig water om de grond rond de wortels te laten bezinken en luchtbellen te verwijderen. Blijf de jonge plant gedurende het eerste jaar regelmatig water geven, vooral tijdens droge periodes, om de wortelgroei te ondersteunen. Een mulchlaag van houtsnippers of compost rond de plantvoet helpt om vocht vast te houden, onkruid te onderdrukken en de wortels te beschermen.

Vermeerdering van de blauwe spirea is het meest succesvol via het nemen van zomerstekken. Dit is een relatief eenvoudige methode die met een hoog slagingspercentage kan worden uitgevoerd. Door je eigen planten te vermeerderen, behoud je de exacte eigenschappen van de moederplant, in tegenstelling tot vermeerdering via zaad, wat kan leiden tot variatie in de nakomelingen. Met geduld en de juiste aanpak kun je je collectie blauwe spirea’s aanzienlijk uitbreiden.

De juiste planttijd en locatiekeuze

Het succes van een nieuwe aanplant begint met timing. Voor de blauwe spirea zijn er twee optimale plantperiodes: het voorjaar en het najaar. Wanneer je in het voorjaar plant, idealiter in april of mei na de ijsheiligen, profiteert de struik van de oplopende temperaturen en het lengen van de dagen om snel nieuwe wortels en scheuten te vormen. Dit geeft de plant een volledig seizoen om zich te vestigen en kracht op te bouwen voor de eerste winter.

Planten in het najaar, van september tot eind oktober, is eveneens een uitstekende keuze. De bodem is dan nog opgewarmd door de zomerzon, wat de wortelgroei stimuleert, terwijl de plant bovengronds in rust gaat. Hierdoor kan de struik zijn energie richten op het ontwikkelen van een robuust wortelgestel zonder de stress van het moeten onderhouden van veel blad. Een in het najaar geplante blauwe spirea heeft vaak een voorsprong in het volgende voorjaar.

De locatie is minstens zo belangrijk als de planttijd. De blauwe spirea is een zonaanbidder en vereist een plek met volle zon, wat neerkomt op minimaal zes tot acht uur direct zonlicht per dag. Deze blootstelling aan de zon is essentieel voor een compacte groei en een overvloedige productie van de kenmerkende diepblauwe bloemen. Een gebrek aan zonlicht leidt onvermijdelijk tot een slappe, uitgerekte struik met weinig tot geen bloei.

Naast zonlicht is beschutting tegen harde, koude wind een belangrijk aandachtspunt. Hoewel de plant redelijk winterhard is, kan ijzige wind, vooral uit het oosten, in de winter schade toebrengen aan de takken. Een locatie tegen een zuid- of westmuur of omgeven door andere planten kan de nodige bescherming bieden. Door zorgvuldig de juiste tijd en plek te kiezen, geef je de blauwe spirea de best mogelijke start in je tuin.

Bodemvoorbereiding en het plantproces

Een grondige voorbereiding van de bodem is een investering die zich dubbel en dwars terugbetaalt in de vorm van een gezonde, krachtige plant. De blauwe spirea stelt als belangrijkste eis dat de grond uitstekend doorlatend is. Begin met het graven van een ruim plantgat, ongeveer tweemaal de breedte van de kluit en net zo diep. Door het gat breed te maken, moedig je de wortels aan om zich horizontaal in de omringende, losgemaakte grond te verspreiden.

Analyseer de structuur van de uitgegraven aarde. Is het zware, plakkerige klei? Dan is bodemverbetering absoluut noodzakelijk. Meng in dat geval de aarde met een flinke hoeveelheid grof zand en goed verteerde compost of bladaarde. Deze toevoegingen verbeteren de structuur, maken de grond luchtiger en zorgen ervoor dat overtollig water snel kan wegvloeien. Voor een zanderige bodem is het toevoegen van compost juist gunstig om het vochthoudend vermogen en het gehalte aan voedingsstoffen te verhogen.

Voordat je de plant in het gat plaatst, is het raadzaam om de kluit goed nat te maken. Dompel de pot onder in een emmer water totdat er geen luchtbellen meer opstijgen. Haal de plant voorzichtig uit de pot en inspecteer de wortels. Als de wortels in een dichte spiraal rond de kluit zijn gegroeid, maak ze dan voorzichtig met je vingers los om de groei naar buiten te stimuleren. Plaats de plant in het gat, zorg ervoor dat de bovenkant van de kluit gelijk is met het omliggende maaiveld.

Vul het plantgat vervolgens met de verbeterde aarde en druk deze voorzichtig aan om luchtpockets te verwijderen. Bouw een kleine aarden wal rond de plant, een zogenaamde gietrand. Deze rand helpt om het water direct naar de wortels te leiden en voorkomt dat het wegstroomt. Geef na het planten direct een ruime hoeveelheid water. Deze eerste, grondige watergift is essentieel voor een goed contact tussen de wortels en de nieuwe aarde.

Vermeerdering door middel van stekken

Het vermeerderen van de blauwe spirea via stekken is de meest betrouwbare methode om nieuwe planten te verkrijgen die identiek zijn aan de moederplant. De beste tijd om stekken te nemen is in de vroege zomer, rond juni of juli. Kies hiervoor gezonde, jonge scheuten van de huidige groei die nog niet gebloeid hebben. De ideale stek is halfverhout, wat betekent dat hij aan de basis al een beetje stevig is, maar aan de top nog zacht en flexibel.

Snijd met een scherp en schoon mes of een snoeischaar stekken van ongeveer 10 tot 15 centimeter lang, net onder een bladknoop. Verwijder de onderste bladeren van de stek, maar laat de bovenste twee of drie bladparen zitten. Als de overgebleven bladeren groot zijn, kun je ze halveren om de verdamping te verminderen. Dit helpt de stek om vocht vast te houden terwijl hij nog geen wortels heeft om water op te nemen.

Hoewel niet strikt noodzakelijk, kan het dopen van de onderkant van de stek in stekpoeder de wortelvorming bevorderen en versnellen. Stekpoeder bevat hormonen die de ontwikkeling van wortels stimuleren. Vul vervolgens een pot of een zaaitray met een mengsel van stekgrond en scherp zand, dat zorgt voor een luchtige en goed drainerende omgeving. Maak met een potlood of stokje een gaatje in de grond en plaats de stek erin, waarbij je ervoor zorgt dat de bladknopen waar je de bladeren hebt verwijderd, onder de grond zitten.

Druk de grond rond de stek voorzichtig aan en geef matig water. Om een hoge luchtvochtigheid te creëren, wat essentieel is voor de beworteling, kun je de pot afdekken met een doorzichtige plastic zak of in een kweekkasje plaatsen. Zet de stekken op een lichte, warme plaats, maar vermijd direct zonlicht. Houd de grond licht vochtig en na enkele weken zullen de eerste wortels zich vormen. Zodra de stekken goed geworteld zijn en nieuwe groei vertonen, kunnen ze worden overgepot in individuele potten.

Zaaien: een methode voor de geduldige tuinier

Naast stekken kan de blauwe spirea ook via zaad worden vermeerderd, hoewel dit een minder gebruikelijke en meer onvoorspelbare methode is. De zaden kunnen in de herfst worden geoogst van de uitgebloeide bloemaren. Laat de zaadhoofden volledig drogen aan de plant, verzamel ze en wrijf de kleine zaadjes eruit. Bewaar de zaden op een koele, droge en donkere plaats gedurende de winter.

Het zaaien zelf gebeurt in het vroege voorjaar. Vul zaaitrays of kleine potjes met een fijne, goed doorlatende zaaigrond. Verdeel de zaden gelijkmatig over het oppervlak en bedek ze met een heel dun laagje aarde of fijn zand; de zaden hebben licht nodig om te kiemen, dus dek ze niet te diep af. Bevochtig de grond voorzichtig met een plantenspuit om te voorkomen dat de zaden wegspoelen.

Voor een succesvolle kieming is een constante temperatuur en hoge luchtvochtigheid vereist. Dek de zaaitray af met een doorzichtige deksel of plasticfolie en plaats deze op een warme, lichte plek, zoals een vensterbank, maar niet in de volle zon. De ideale kiemtemperatuur ligt rond de 20 graden Celsius. Het kan enkele weken tot maanden duren voordat de zaden ontkiemen, dus geduld is hierbij een schone zaak.

Zodra de zaailingen zijn opgekomen en hun eerste paar echte bladeren hebben ontwikkeld, kunnen ze voorzichtig worden verspeend naar individuele potjes. Blijf de jonge plantjes opkweken op een beschutte plek en laat ze geleidelijk wennen aan de buitenomstandigheden voordat je ze in de volle grond plant. Houd er rekening mee dat planten die uit zaad zijn opgekweekt, kunnen variëren in groeiwijze en bloemkleur en niet noodzakelijkerwijs identiek zullen zijn aan de moederplant.

Nazorg voor jonge planten en stekken

De periode na het planten of het oppotten van gewortelde stekken is cruciaal voor de verdere ontwikkeling. Jonge planten zijn kwetsbaar en hebben consistente zorg nodig om een sterk wortelstelsel op te bouwen. De belangrijkste factor in deze fase is de watergift. Zorg ervoor dat de grond rond de jonge planten constant licht vochtig blijft, maar vermijd dat deze drassig wordt. Controleer de vochtigheid regelmatig, vooral tijdens warm en droog weer.

Bescherm jonge planten tegen extreme weersomstandigheden. Felle middagzon kan te intens zijn voor tere blaadjes, dus enige vorm van tijdelijke schaduw kan nuttig zijn. Evenzo is bescherming tegen harde wind en late nachtvorst in het voorjaar aan te raden. Een jonge blauwe spirea die zijn eerste winter ingaat, profiteert van extra winterbescherming, zoals een dikke mulchlaag rond de basis om de wortels te isoleren.

Jonge, pas gewortelde stekken moeten geleidelijk worden afgehard voordat ze naar hun definitieve plek in de tuin kunnen verhuizen. Dit proces, waarbij je de planten langzaam laat wennen aan de buitenomstandigheden, duurt meestal een week of twee. Begin met het buiten plaatsen van de potten op een bewolkte, rustige dag voor een paar uur en breng ze ’s nachts weer naar binnen. Verleng de periode dat ze buiten staan elke dag, totdat ze volledig zijn geacclimatiseerd.

Wees terughoudend met het geven van meststoffen aan zeer jonge planten en stekken. De tere, nieuwe wortels kunnen gemakkelijk verbranden door te geconcentreerde voeding. De voedingsstoffen in de potgrond zijn meestal voldoende voor de eerste paar maanden. Begin pas met een zeer verdunde, vloeibare meststof wanneer de planten duidelijke tekenen van actieve groei vertonen. Geduld en zorgvuldige observatie zijn de sleutels tot het succesvol opkweken van sterke, gezonde blauwe spirea’s.

📷Agnieszka Kwiecień, NovaCC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Misschien vind je dit ook leuk