Share

Het planten en vermeerderen van ananassalie

Linden · 05.04.2025.

Het succesvol vestigen van ananassalie in je tuin begint met een zorgvuldige aanplant en het begrijpen van de juiste technieken om deze prachtige plant te vermeerderen. Of je nu een jonge plant uit een tuincentrum hebt gekocht of je eigen planten wilt opkweken uit stekken, de initiële stappen zijn cruciaal voor de toekomstige gezondheid en groeikracht. Ananassalie is een relatief gemakkelijk te hanteren plant, maar het respecteren van haar basisbehoeften wat betreft timing, bodemvoorbereiding en plantdiepte zal een wereld van verschil maken. Door de plant een goede start te geven, leg je de fundering voor een seizoen vol aromatisch blad en een spectaculaire herfstbloei. Het vermeerderen is bovendien een lonende bezigheid die je in staat stelt om je collectie uit te breiden of om planten te delen met andere tuinliefhebbers, een proces dat verrassend eenvoudig en effectief is.

Het kiezen van het juiste moment om ananassalie te planten is van essentieel belang, aangezien de plant zeer gevoelig is voor vorst. Wacht met het buiten planten tot alle gevaar voor nachtvorst geweken is. In de meeste regio’s van Nederland en België betekent dit dat je het beste kunt wachten tot na IJsheiligen, wat traditioneel rond half mei valt. Het planten in een nog te koude en natte bodem kan de groei van de jonge plant belemmeren en het wortelstelsel beschadigen, waardoor de plant een slechte start krijgt waar ze de rest van het seizoen last van kan hebben. Een warme, opgewarmde bodem stimuleert een snelle en krachtige wortelgroei, wat de plant in staat stelt zich snel te vestigen.

De voorbereiding van de plantplaats is een stap die je niet mag overslaan. Ananassalie gedijt het best in een goed doorlatende, vruchtbare grond. Spit de grond op de gekozen locatie goed om tot een diepte van ongeveer 30 centimeter om de structuur los te maken. Dit is het perfecte moment om de bodem te verrijken door er een ruime hoeveelheid organisch materiaal doorheen te mengen, zoals goed verteerde compost, bladaarde of stalmest. Dit verbetert niet alleen de voedingswaarde, maar ook de drainage en het vochthoudend vermogen van de grond, waardoor een ideale groeiomgeving voor de wortels wordt gecreëerd.

Wanneer je de jonge plant uit de pot haalt, inspecteer dan het wortelgestel. Als de wortels dicht opeengepakt zitten en in een cirkel langs de binnenkant van de pot groeien (dit wordt ‘rootbound’ genoemd), is het belangrijk om ze voorzichtig een beetje los te maken met je vingers. Dit stimuleert de wortels om zich naar buiten toe, in de omliggende tuingrond, te verspreiden in plaats van in de vorm van de oude pot verder te groeien. Maak een plantgat dat ongeveer twee keer zo breed is als de kluit en net zo diep. Plaats de plant in het gat, zorg ervoor dat de bovenkant van de kluit gelijk is met het omliggende grondniveau. Het te diep planten kan namelijk leiden tot stengelrot.

Vul het plantgat vervolgens aan met de voorbereide aarde, druk de grond lichtjes aan rond de basis van de plant om luchtbellen te verwijderen en een goed contact tussen de wortels en de aarde te verzekeren. Geef na het planten onmiddellijk en royaal water. Dit helpt de grond rond de wortels te zetten en vermindert de transplantatieschok voor de plant. Houd de grond in de eerste weken na het planten constant licht vochtig om de plant te helpen zich goed te vestigen op haar nieuwe plek. Een goede start in het voorjaar is de sleutel tot een gezonde en bloeiende ananassalie later in het seizoen.

Bodemvoorbereiding en planten in de volle grond

Een grondige voorbereiding van de bodem is de hoeksteen voor het succesvol planten van ananassalie in de volle grond. Deze plant stelt duidelijke eisen aan haar ondergrond: ze verlangt een bodem die rijk is aan voedingsstoffen en tegelijkertijd een uitstekende drainage heeft. Begin met het verwijderen van al het onkruid en eventuele grote stenen van de beoogde plantlocatie. Spit de grond vervolgens diep om, idealiter tot een diepte van minstens een spade, om de aarde goed los te maken. Dit vergemakkelijkt niet alleen het planten zelf, maar stelt de wortels ook in staat om gemakkelijk diep in de grond door te dringen, wat resulteert in een sterke en stabiele plant.

Na het omspitten is het tijd om de bodemstructuur en vruchtbaarheid te verbeteren. Ananassalie is geen liefhebber van zware, natte kleigrond. Als je met dit type grond te maken hebt, is het essentieel om de drainage te verbeteren door grof zand of fijn grind door de bovenste laag te mengen. Ongeacht het bodemtype is de toevoeging van organisch materiaal altijd een goed idee. Werk een royale laag compost, goed verteerde mest of bladaarde door de losgemaakte grond. Dit organische materiaal verbetert de waterafvoer in zware grond, verhoogt het vochthoudend vermogen in zandgrond en voegt een langzaam vrijkomende bron van voedingsstoffen toe.

Houd bij het bepalen van de plantafstand rekening met de volwassen grootte van ananassalie. De plant kan gemakkelijk een hoogte en breedte van meer dan een meter bereiken, dus geef haar de ruimte die ze nodig heeft. Een plantafstand van ongeveer 60 tot 90 centimeter tussen de planten is aan te raden. Dit zorgt niet alleen voor voldoende groeiruimte, maar garandeert ook een goede luchtcirculatie rondom de planten. Een goede luchtstroom is cruciaal om het risico op schimmelziekten, zoals meeldauw, te minimaliseren, vooral in de vochtige nazomer en herfst.

Na het planten kan het aanbrengen van een mulchlaag rond de basis van de plant zeer voordelig zijn. Een laag van 5 tot 7 centimeter organische mulch, zoals houtsnippers, cacaodoppen of stro, helpt om het bodemvocht te conserveren, waardoor je minder vaak water hoeft te geven. Daarnaast onderdrukt een mulchlaag de groei van onkruid, wat de concurrentie om water en voedingsstoffen vermindert. Terwijl de mulch langzaam verteert, voegt het bovendien extra organisch materiaal en voedingsstoffen toe aan de bodem, wat de algehele bodemgezondheid ten goede komt. Zorg er wel voor dat de mulch de stengel van de plant niet direct raakt om rot te voorkomen.

Ananassalie in potten en containers

Ananassalie is uitermate geschikt voor het kweken in potten en containers, wat een uitstekende oplossing is voor tuiniers met beperkte ruimte, een balkon, terras of ongeschikte tuingrond. Het grote voordeel van potteelt is dat je de plant gemakkelijk kunt verplaatsen om haar de ideale hoeveelheid zonlicht te geven en haar voor de eerste vorst eenvoudig naar binnen kunt halen om te overwinteren. Kies een pot die groot genoeg is om de groei van de plant te accommoderen. Een pot met een diameter van minimaal 30 tot 40 centimeter en een vergelijkbare diepte is een goed startpunt voor een jonge plant.

De keuze van de potgrond is bij teelt in containers van het grootste belang. Gebruik nooit gewone tuinaarde, omdat deze in een pot te compact wordt, wat leidt tot een slechte drainage en onvoldoende beluchting van de wortels. Kies in plaats daarvan voor een hoogwaardige, goed drainerende potgrond voor kuipplanten of stel je eigen mengsel samen. Een ideaal mengsel bestaat uit potgrond, gemengd met perliet of grof zand om de drainage te verbeteren, en een deel compost voor de voedingsstoffen. Zorg er absoluut voor dat de gekozen pot of container voorzien is van voldoende drainagegaten aan de onderkant.

Het plantproces in een pot is vergelijkbaar met dat in de volle grond. Bedek de drainagegaten eventueel met een potscherf of een laagje hydrokorrels om te voorkomen dat ze verstopt raken met potgrond. Vul de pot gedeeltelijk met je potgrondmengsel en plaats de ananassalie in het midden, op dezelfde diepte als in de oorspronkelijke kweekpot. Vul de pot verder aan met potgrond tot een paar centimeter onder de rand, druk de grond licht aan en geef overvloedig water totdat het uit de drainagegaten stroomt. Dit zorgt ervoor dat de hele kluit goed vochtig is en de grond zich zet.

Houd er rekening mee dat planten in potten meer zorg nodig hebben dan hun tegenhangers in de volle grond. De potgrond droogt veel sneller uit, dus dagelijkse controle van de vochtigheid is in de zomer essentieel. Ook de voedingsstoffen in de potgrond raken sneller uitgeput. Regelmatige bemesting, ongeveer om de twee weken tijdens het groeiseizoen met een vloeibare meststof, is noodzakelijk om de plant gezond en groeikrachtig te houden. Verpot de plant elke lente naar een iets grotere pot met verse potgrond om te voorkomen dat de wortels te krap komen te zitten en de groei stagneert.

Vermeerdering door stekken

De meest populaire en succesvolle methode om ananassalie te vermeerderen is door het nemen van stekken. Dit proces is verrassend eenvoudig en stelt je in staat om in korte tijd veel nieuwe planten te creëren, die genetisch identiek zijn aan de moederplant. Het beste moment om stekken te nemen is in de late lente of vroege zomer, wanneer de plant actief groeit. De stengels zijn dan nog niet verhout, maar wel stevig genoeg, wat de beworteling bevordert. Kies voor het stekken gezonde, krachtige stengels die geen tekenen van ziekten of plagen vertonen.

Om een stek te nemen, gebruik je een schoon en scherp mes of een snoeischaar. Snijd een stuk van een stengel van ongeveer 10 tot 15 centimeter lang. Maak de snede net onder een bladknoop (de plaats waar een blad aan de stengel vastzit), want op deze plek bevinden zich de meeste groeihormonen die de wortelvorming stimuleren. Verwijder vervolgens de bladeren van de onderste helft van de stek, maar laat de bovenste twee tot vier bladeren intact. Als de overgebleven bladeren erg groot zijn, kun je ze halveren om de verdamping van water te verminderen, wat de stek helpt om niet uit te drogen voordat er wortels zijn gevormd.

Hoewel ananassaliestekken vaak ook zonder bewortelen, kan het gebruik van stekpoeder de kans op succes vergroten en het proces versnellen. Doop de onderkant van de stek in het stekpoeder en klop het overtollige poeder er voorzichtig af. Steek de stek vervolgens ongeveer 2 tot 3 centimeter diep in een potje gevuld met een licht en luchtig stekmedium, zoals een mengsel van potgrond en perliet, of speciale stekgrond. Druk de grond rondom de stek zachtjes aan. Je kunt meerdere stekken in één grotere pot plaatsen, zolang de bladeren elkaar niet raken.

Plaats de pot met stekken op een warme, lichte plek, maar vermijd direct zonlicht, dat de tere stekken kan verbranden. Het is cruciaal om de grond constant licht vochtig te houden, maar niet drassig. Om een hoge luchtvochtigheid rond de stekken te creëren, wat de beworteling bevordert, kun je een doorzichtige plastic zak losjes over de pot plaatsen of de pot in een kweekkasje zetten. Lucht de stekken dagelijks even om schimmelvorming te voorkomen. Na enkele weken, meestal drie tot zes, zullen de stekken wortels hebben gevormd. Dit kun je testen door heel voorzichtig aan de stek te trekken; als je weerstand voelt, is de beworteling geslaagd.

Andere vermeerderingsmethoden

Hoewel het nemen van stekken de meest gebruikelijke methode is, zijn er ook andere manieren om ananassalie te vermeerderen, zij het met wisselend succes. Een van deze methoden is het afleggen. Dit werkt het beste bij planten met lange, flexibele stengels die gemakkelijk naar de grond gebogen kunnen worden. Kies een lage, gezonde stengel en buig deze voorzichtig naar de grond. Maak op de plek waar de stengel de grond raakt een kleine, oppervlakkige verwonding aan de onderkant van de stengel om de wortelvorming te stimuleren.

Zet de gebogen stengel op de plek van de verwonding vast in de grond met een kram of een steen. Bedek dit deel van de stengel met een heuveltje aarde, maar laat de top van de stengel met de bladeren boven de grond uitsteken. Houd de grond rondom de aflegger constant vochtig. Na verloop van tijd zullen er op de plek van de verwonding wortels groeien. Als de aflegger eenmaal een goed ontwikkeld wortelstelsel heeft gevormd, wat enkele maanden kan duren, kun je de stengel doorknippen die hem met de moederplant verbindt. De nieuwe, zelfstandige plant kan dan worden opgegraven en naar haar definitieve locatie worden verplaatst.

Het vermeerderen van ananassalie uit zaad is over het algemeen minder gebruikelijk en wordt vaak als lastiger beschouwd. De plant bloeit laat in het seizoen, waardoor het in koudere klimaten moeilijk kan zijn voor de zaden om volledig te rijpen voordat de vorst intreedt. Bovendien zijn veel gekweekte varianten van salie niet zaadvast, wat betekent dat de planten die uit het zaad opgroeien, niet noodzakelijkerwijs dezelfde eigenschappen hebben als de moederplant. Als je het toch wilt proberen, zaai de zaden dan in het vroege voorjaar binnenshuis in zaaigrond. Houd de grond vochtig en warm, en verspeen de zaailingen wanneer ze groot genoeg zijn om te hanteren.

Het delen of scheuren van de plant is een andere mogelijke vermeerderingsmethode, die het beste in het voorjaar kan worden uitgevoerd. Deze techniek is echter meer geschikt voor saliesoorten die een polvormende groeiwijze hebben. Ananassalie vormt vaak een meer houtige basis en laat zich minder gemakkelijk delen dan bijvoorbeeld vaste planten. Als je een grote, volwassen plant hebt die overwinterd is, kun je in het voorjaar proberen de kluit voorzichtig in meerdere stukken te verdelen, waarbij je ervoor zorgt dat elk deel voldoende wortels en een paar groeipunten heeft. De slagingskans is echter doorgaans lager dan bij het nemen van stekken, wat de voorkeursmethode blijft voor deze specifieke saliesoort.

Misschien vind je dit ook leuk