Share

Het overwinteren van Franse lavendel

Daria · 11.07.2025.

Een van de belangrijkste verschillen tussen Franse lavendel en haar meer algemeen bekende Engelse tegenhanger is haar beperkte winterhardheid. Terwijl de Engelse lavendel (Lavandula angustifolia) de meeste winters in een gematigd klimaat zonder problemen doorstaat, is de Franse lavendel (Lavandula stoechas) aanzienlijk gevoeliger voor vorst. Deze eigenschap, die voortkomt uit haar oorsprong in de warmere streken van het Middellandse Zeegebied, vereist extra aandacht en specifieke maatregelen om de plant veilig door de koude maanden te loodsen. Een succesvolle overwintering is de sleutel tot het meerjarig kunnen genieten van deze unieke en charmante lavendelsoort.

Het onvoorbereid blootstellen van Franse lavendel aan temperaturen die ver onder het vriespunt dalen, leidt vaak tot ernstige schade of zelfs het volledig afsterven van de plant. De cellen in de bladeren en stengels kunnen bevriezen en barsten, en de wortels zijn bijzonder kwetsbaar, vooral wanneer de grond doorweekt is en vervolgens bevriest tot een massief ijsblok. Het is daarom van cruciaal belang om de plant voor te bereiden op de winter en haar te beschermen tegen de zwaarste kou.

De strategie voor overwintering hangt sterk af van twee factoren: het lokale klimaat en of de plant in een pot of in de volle grond staat. In regio’s met zeer milde winters, waar de temperatuur zelden onder de -5 graden Celsius zakt, kan Franse lavendel in de volle grond met enige bescherming vaak overleven. In koudere klimaten, waar strenge en langdurige vorstperiodes normaal zijn, is het overwinteren in een pot op een vorstvrije locatie de enige betrouwbare methode.

Het succes van de overwintering begint al in de late zomer en herfst. De zorg die je de plant in deze periode geeft, heeft een directe invloed op haar vermogen om de winter te doorstaan. Het gaat erom de plant in een sterke, afgeharde toestand de rustperiode in te laten gaan, in plaats van in een staat van zwakke, actieve groei. Door de juiste stappen te nemen, kun je de overlevingskansen van je Franse lavendel aanzienlijk vergroten.

De winterhardheid van Lavandula stoechas begrijpen

De term winterhardheid verwijst naar het vermogen van een plant om lage temperaturen en vorst te overleven. Franse lavendel wordt over het algemeen als matig winterhard beschouwd. De meeste cultivars kunnen temperaturen tot ongeveer -5 tot -10 graden Celsius verdragen, mits de omstandigheden verder ideaal zijn. Dit betekent dat de plant op een beschutte plek moet staan en, het allerbelangrijkste, in een extreem goed doorlatende grond.

Natte voeten in de winter zijn dodelijker voor Franse lavendel dan de kou zelf. Een combinatie van een natte, koude bodem is een garantie voor problemen. Het water in de grond bevriest, waardoor de wortels beschadigd raken en de plant geen vocht meer kan opnemen. Bovendien leidt een natte omgeving rond de wortelkluit en de plantkroon tot rotting. Daarom is een perfecte drainage de belangrijkste voorwaarde voor een succesvolle overwintering in de volle grond.

De leeftijd en de algehele conditie van de plant spelen ook een grote rol. Een jonge, pas geplante lavendel is veel kwetsbaarder dan een volwassen, goed gevestigde plant met een diep en uitgebreid wortelstelsel. Een gezonde, compacte plant die correct is gesnoeid en niet overbemest, zal de winter beter doorstaan dan een verzwakte, langgerekte of verhoute plant. Het is dus de som van alle zorg gedurende het groeiseizoen die de winterhardheid mede bepaalt.

Het is ook goed om te weten dat er binnen de soort Lavandula stoechas variatie kan bestaan in winterhardheid tussen de verschillende cultivars. Sommige nieuwere selecties kunnen iets beter bestand zijn tegen kou dan oudere variëteiten. Bij de aankoop van een plant is het daarom de moeite waard om te informeren naar de specifieke winterhardheid van de gekozen cultivar en deze af te stemmen op de omstandigheden in jouw klimaatzone.

Voorbereiding op de winter in de volle grond

De voorbereiding op de winter begint in de late zomer. Stop vanaf eind augustus met elke vorm van bemesting. Voeding stimuleert nieuwe, zachte groei die niet de tijd heeft om voor de winter af te harden. Deze tere scheuten zijn extreem gevoelig voor vorst en zullen bij de eerste nachtvorst direct afsterven, wat de plant onnodig energie kost en invalspoorten voor ziekten kan creëren.

Na de laatste bloei in de vroege herfst kun je de plant een lichte snoeibeurt geven om de uitgebloeide bloemstengels te verwijderen en de vorm compact te houden. Snoei de plant echter niet te drastisch terug. De bestaande bladmassa biedt een zekere mate van natuurlijke bescherming aan de kroon van de plant gedurende de winter. De hoofdsnoei bewaar je voor het voorjaar, wanneer het gevaar voor strenge vorst geweken is.

Zodra de eerste serieuze vorst wordt voorspeld, is het tijd om de plant extra bescherming te bieden. Een effectieve methode is het aanbrengen van een dikke laag mulch rond de basis van de plant. Gebruik hiervoor droog, luchtig materiaal zoals stro, dennentakken of afgevallen bladeren. Deze laag isoleert de wortelkluit tegen de strengste kou. Zorg er wel voor dat het mulchmateriaal niet direct tegen de stam van de plant ligt om rotting te voorkomen.

In zeer koude of winderige regio’s kan het ook nodig zijn om de bovengrondse delen van de plant te beschermen. Dit kan door een wintervlies of een juten doek losjes over de plant te draperen. Dit beschermt de plant tegen de uitdrogende effecten van koude winterwind en de meest extreme temperaturen. Gebruik nooit plastic, omdat dit niet ademt en condensvorming veroorzaakt, wat leidt tot schimmel en rotting. Verwijder de bescherming in het vroege voorjaar zodra de strengste vorst voorbij is.

Overwintering van kuiplavendel

Voor Franse lavendel die in potten of kuipen wordt gehouden, is het naar binnen halen de veiligste en meest aanbevolen methode voor overwintering, vooral in klimaten waar de temperatuur regelmatig onder de -5 graden Celsius zakt. Een pot biedt de wortels veel minder isolatie dan de volle grond, waardoor de kluit volledig kan doorvriezen, wat meestal fataal is voor de plant. Begin met de voorbereiding in de herfst door de plant licht te snoeien en te controleren op eventuele plagen.

De ideale overwinteringsplek is een koele, lichte en vorstvrije ruimte. Denk aan een onverwarmde serre, een koele slaapkamer, een garage met een raam of een beschut tuinhuisje. De temperatuur moet idealiter tussen de 5 en 10 graden Celsius liggen. Het is belangrijk dat de ruimte licht is, zodat de plant niet volledig in het donker staat. Een te warme en donkere plek, zoals een woonkamer, is ongeschikt omdat dit de plant kan aanzetten tot het vormen van zwakke, dunne scheuten.

Tijdens de overwintering gaat de plant in een rustfase en is haar waterbehoefte extreem laag. Geef slechts zeer sporadisch water, ongeveer eens per maand of zelfs nog minder. Het doel is enkel om te voorkomen dat de wortelkluit volledig uitdroogt. De grond moet overwegend droog aanvoelen. Te veel water in deze periode is een van de grootste risico’s en leidt onvermijdelijk tot wortelrot.

Houd de plant gedurende de winter in de gaten. Controleer af en toe op tekenen van plagen, zoals bladluis of spint, die in de beschutte binnenomgeving soms de kop op kunnen steken. Zorg voor voldoende ventilatie op mildere dagen door een raam of deur even open te zetten. Dit helpt om de lucht fris te houden en verkleint de kans op schimmelproblemen.

Zorg na de winterperiode

Zodra het gevaar voor strenge vorst in het voorjaar is geweken, kan de voorbereiding op het nieuwe seizoen beginnen. Voor planten in de volle grond is dit het moment om de winterbescherming, zoals het mulchmateriaal en het wintervlies, te verwijderen. Doe dit op een bewolkte dag om te voorkomen dat de plant, die gewend is geraakt aan de beschutting, direct wordt blootgesteld aan felle zon en verbrandt.

Inspecteer de plant zorgvuldig op eventuele winterschade. Het is normaal dat sommige takjes of bladeren bruin zijn geworden of zijn afgestorven. Snoei alle dode, beschadigde of zwakke takken weg. Dit is ook het moment voor de hoofdsnoei. Knip de plant terug met ongeveer een derde van haar grootte, maar blijf altijd in het groene, bebladerde gedeelte. Deze voorjaarssnoei stimuleert de plant om nieuwe, krachtige scheuten te vormen en zorgt voor een compacte, bossige groei.

Voor de kuiplavendel die binnen heeft overwinterd, is het belangrijk om haar geleidelijk weer aan de buitenomstandigheden te laten wennen. Dit proces, dat ‘afharden’ wordt genoemd, voorkomt een schok voor de plant. Begin met de plant overdag een paar uur buiten op een beschutte, schaduwrijke plek te zetten en haal haar ’s nachts weer binnen. Verleng de periode buiten gedurende een tot twee weken geleidelijk en stel haar langzaam bloot aan meer direct zonlicht.

Zodra de plant is afgehard en de nachttemperaturen betrouwbaar boven het vriespunt blijven, kan ze definitief naar haar zomerse standplaats verhuizen. Dit is ook het moment om de watergift langzaam op te voeren, in lijn met de toenemende groei en de warmere temperaturen. Begin ook weer met een zeer lichte bemesting als dat nodig is. Met deze zorgvuldige overgang geef je je Franse lavendel de beste start voor een nieuw seizoen vol geur en kleur.

Misschien vind je dit ook leuk