Share

Het overwinteren van de citroengeranium

Linden · 06.09.2025.

De citroengeranium is een tedere, niet-winterharde vaste plant, wat betekent dat ze de vrieskou van een gematigd klimaat niet kan overleven. Het succesvol overwinteren van deze geurige plant is daarom een essentiële vaardigheid voor elke tuinier die er jaar na jaar van wil genieten. Het proces van overwintering is meer dan alleen de plant naar binnen verplaatsen; het vereist een zorgvuldige voorbereiding en de juiste omstandigheden om de plant in een gezonde rusttoestand te brengen. Deze rustperiode is cruciaal voor de plant om energie op te slaan, wat zal resulteren in een krachtige, weelderige groei zodra het voorjaar weer aanbreekt. Zonder deze rustfase zou de plant proberen door te groeien in de suboptimale lichtomstandigheden van de winter, wat leidt tot zwakke, spichtige stengels en uitputting.

De timing van de voorbereidingen is van groot belang. Wacht niet tot de eerste nachtvorst wordt aangekondigd, want zelfs een lichte vorst kan de bladeren en stengels onherstelbaar beschadigen. Begin met het proces in de vroege herfst, wanneer de nachttemperaturen consequent beginnen te dalen tot onder de 10°C. Dit geeft de plant de tijd om geleidelijk te acclimatiseren aan de veranderende omstandigheden, wat de overgangsstress aanzienlijk vermindert.

Het doel van overwintering is niet om de plant te laten groeien, maar om haar in een soort winterslaap te brengen. Dit betekent dat de drie belangrijkste groeifactoren – licht, water en voeding – drastisch moeten worden verminderd. Door de plant in een koele, maar lichte omgeving te plaatsen, vertraag je haar metabolisme tot een minimum. Dit stelt haar in staat om te overleven met minimale middelen, haar energiereserves te bewaren en zich voor te bereiden op de explosieve groei in de lente.

Er zijn verschillende methoden om een citroengeranium te overwinteren, variërend van het simpelweg naar binnen halen van de pot tot het nemen van stekken of het bewaren van de plant met kale wortels. De beste methode hangt af van de beschikbare ruimte en de omstandigheden die je kunt bieden. Ongeacht de gekozen methode, een succesvolle overwintering begint met een gezonde, ziektevrije plant. Een verzwakte plant heeft een veel kleinere kans om de winter door te komen.

Voorbereiding op de overwintering

Een succesvolle overwintering begint met een grondige voorbereiding in de herfst. Voordat je de plant naar binnen haalt, is het essentieel om haar grondig te inspecteren op eventuele plagen zoals bladluizen, witte vliegen of spintmijten. De warme, droge omstandigheden binnenshuis zijn ideaal voor deze plagen om zich explosief te vermenigvuldigen, dus het is cruciaal om ze niet mee naar binnen te nemen. Behandel de plant indien nodig preventief met een zeepoplossing of neemolie, en zorg ervoor dat ze volledig plaagvrij is voordat ze verhuist.

Vervolgens is het tijd voor een flinke snoeibeurt. Snoei de plant terug tot ongeveer de helft of zelfs tweederde van haar oorspronkelijke grootte. Dit lijkt misschien drastisch, maar het heeft meerdere voordelen. Een compactere plant neemt minder ruimte in beslag, wat praktisch is voor de overwintering. Bovendien vermindert het de hoeveelheid blad die de plant moet onderhouden, waardoor ze minder water verdampt en haar energie kan richten op het overleven van de wortels en de basisstengels. Deze snoeibeurt stimuleert ook een bossige, volle groei in het voorjaar.

Verwijder alle dode, gele of beschadigde bladeren en stengels. Dit verbetert niet alleen de luchtcirculatie, wat schimmelziekten helpt voorkomen, maar zorgt er ook voor dat de plant geen energie verspilt aan afstervende delen. Maak de oppervlakte van de potgrond schoon en verwijder eventueel onkruid of afgevallen blad. Dit voorkomt dat ongedierte of schimmelsporen mee naar binnen liften.

Bouw de bemesting af in de late zomer en stop er volledig mee in de vroege herfst, minstens een maand voordat je de plant naar binnen verplaatst. Het toedienen van meststoffen zou nieuwe, zachte groei stimuleren, en deze tere groei is extra vatbaar voor ziekten en de stress van de verhuizing. De plant moet zich voorbereiden op rust, niet op groei. Het stoppen van de voeding is een belangrijk signaal voor de plant om haar metabolisme te vertragen.

De ideale overwinteringslocatie

De keuze van de juiste locatie is de meest kritische factor voor een succesvolle overwintering. De ideale plek is koel, licht en vorstvrij. Een temperatuur tussen 5°C en 10°C is perfect. Deze lage temperatuur zorgt ervoor dat de plant in een diepe rust gaat en niet probeert te groeien. Een onverwarmde slaapkamer, een lichte garage, een koele serre of een vorstvrije schuur met een raam zijn uitstekende opties.

Licht blijft belangrijk, zelfs tijdens de rustperiode. Hoewel de plant niet actief groeit, heeft ze nog steeds licht nodig voor een minimale hoeveelheid fotosynthese om in leven te blijven. Een raam op het noorden of oosten is vaak voldoende. Vermijd een zonnig raam op het zuiden in een verwarmde kamer. De combinatie van warmte en beperkt winterlicht zal leiden tot de productie van lange, slappe, lichtgroene scheuten, wat de plant enorm uitput en haar kwetsbaar maakt.

Goede luchtcirculatie is ook tijdens de winter van belang om schimmelziekten zoals grijze schimmel op afstand te houden. Zorg ervoor dat de plant niet ingesloten staat tussen andere objecten en dat er wat lucht rondom de pot kan bewegen. Zet de plant niet op een plek met veel tocht, zoals direct naast een deur die vaak open en dicht gaat. Een stabiele, koele omgeving is het beste.

Als je geen ideale koele en lichte ruimte hebt, is een donkere en koele overwintering een alternatief, hoewel riskanter. Dit wordt de ‘kale wortel’ methode genoemd. Hierbij haal je de plant uit de pot, schud je de meeste aarde van de wortels en snoei je de plant flink terug. Vervolgens hang je de plant ondersteboven op in een koele, donkere kelder of garage. De plant zal al haar bladeren verliezen, maar met een beetje geluk overleven de wortels en stengels en zal ze in het voorjaar weer uitlopen.

Verzorging tijdens de winterrust

De verzorging van de citroengeranium tijdens de winter is minimalistisch. Het belangrijkste is om de watergift drastisch te verminderen. Omdat de plant in rust is en de temperaturen laag zijn, heeft ze nauwelijks water nodig. Het doel is om de wortelkluit net niet volledig te laten uitdrogen. Te veel water is de meest voorkomende doodsoorzaak tijdens de overwintering, omdat het onvermijdelijk leidt tot wortelrot in de koude, inactieve grond.

Controleer de potgrond ongeveer eens per maand met de vinger-test. Geef alleen een klein beetje water als de grond tot diep in de pot kurkdroog aanvoelt. Geef net genoeg om de grond licht te bevochtigen, maar zorg er nooit voor dat de pot doorweekt is. Een kleine scheut water per maand is vaak al meer dan voldoende. Onthoud dat het beter is om de plant aan de droge kant te houden dan aan de natte kant.

Bemest de plant absoluut niet gedurende de hele winterperiode. De plant kan de voedingsstoffen niet gebruiken en ze zullen zich alleen maar ophopen in de grond, wat de wortels kan beschadigen. De bemesting wordt pas hervat in het voorjaar, wanneer de plant weer tekenen van actieve groei vertoont. Het toevoegen van voeding zou de plant uit haar rusttoestand kunnen halen op een moment dat er onvoldoende licht is voor gezonde groei.

Inspecteer de plant ook tijdens de winterrust periodiek op tekenen van ziekten of plagen. Hoewel de kans kleiner is in de koele omstandigheden, is het niet onmogelijk. Verwijder onmiddellijk eventuele bladeren die tekenen van schimmel vertonen om verdere verspreiding te voorkomen. Controleer op spintmijt, die soms kan gedijen in de droge lucht van een overwinteringsruimte. Een snelle interventie kan voorkomen dat een klein probleem escaleert.

De plant weer tot leven wekken in het voorjaar

Wanneer de dagen in het late winter of vroege voorjaar merkbaar langer worden, meestal rond eind februari of maart, is het tijd om de citroengeranium voorzichtig uit haar winterslaap te wekken. Begin met het verplaatsen van de plant naar een iets warmere en lichtere locatie. Een plek met helder, indirect licht is ideaal. Vermijd direct fel zonlicht in het begin, omdat dit de bladeren, die gewend zijn aan weinig licht, kan verbranden.

Dit is ook het perfecte moment voor een tweede, vormgevende snoeibeurt. Verwijder alle dode, dunne of zwakke takjes die zich tijdens de winter hebben gevormd. Snoei de gezonde stengels nog iets terug om een compacte en bossige groei te stimuleren. Dit is ook het moment om de plant te verpotten als dat nodig is. Gebruik verse, goed drainerende potgrond om de plant een voedzame start te geven voor het nieuwe seizoen.

Begin de watergift geleidelijk op te voeren. Naarmate de temperatuur en de lichtintensiteit toenemen en de plant nieuwe groei begint te vertonen, zal haar waterbehoefte toenemen. Geef de plant een goede, diepe watergift en laat de grond daarna weer licht opdrogen voordat je opnieuw water geeft. Zodra je consistente nieuwe groei ziet, kun je ook weer beginnen met bemesten, beginnend met een halve, verdunde dosis.

Wacht met het naar buiten verplaatsen van de plant totdat alle kans op nachtvorst is geweken, meestal na IJsheiligen half mei. Laat de plant geleidelijk wennen aan de buitenomstandigheden door haar eerst een paar uur per dag op een beschutte, schaduwrijke plek te zetten. Verhoog de blootstelling aan direct zonlicht en de buitentijd geleidelijk over een periode van een tot twee weken. Dit afhardingsproces voorkomt shock en zorgt voor een soepele overgang naar een nieuw, glorieus zomerseizoen.

Misschien vind je dit ook leuk