Share

De voedingsbehoefte en bemesting van de dahlia

Daria · 25.03.2025.

De spectaculaire groei en adembenemende bloemenpracht van de dahlia vergen een enorme hoeveelheid energie van de plant. Om deze prestatie gedurende een heel seizoen vol te houden, is een constante en evenwichtige toevoer van voedingsstoffen absoluut onmisbaar. Een goed doordacht bemestingsplan, afgestemd op de verschillende groeifasen van de plant, is dan ook de sleutel tot succes. Het voorzien in de juiste voedingsstoffen op het juiste moment zal niet alleen resulteren in meer en grotere bloemen, maar ook in sterkere planten die beter bestand zijn tegen ziekten en plagen. In dit artikel bespreken we de specifieke voedingsbehoeften van de dahlia en geven we richtlijnen voor een effectieve bemestingsstrategie.

De basis voor een goede voeding wordt al gelegd vóór het planten. Dahlia’s gedijen het best in een bodem die rijk is aan organisch materiaal. Door in het voorjaar de grond voor te bereiden met een flinke hoeveelheid goed verteerde compost, stalmest of bladaarde, creëer je een vruchtbare en humusrijke basis. Dit organische materiaal verbetert niet alleen de bodemstructuur en het vochtvasthoudend vermogen, maar geeft ook langzaam en gedurende een lange periode essentiële voedingsstoffen af. Deze basisbemesting geeft de jonge dahlia een krachtige start direct na het uitlopen.

Naast organisch materiaal kan het nuttig zijn om bij het planten een kleine hoeveelheid van een uitgebalanceerde, langzaam werkende meststof toe te voegen aan het plantgat. Een meststof met een relatief laag stikstofgehalte en hogere fosfor- en kaliumgehaltes is ideaal. Meng de meststof goed door de aarde onderin het plantgat om direct contact met de knol te vermijden, wat tot verbranding zou kunnen leiden. Deze startbemesting voorziet de plant van de nodige bouwstenen voor de ontwikkeling van een sterk wortelstelsel in de eerste cruciale weken van de groei.

Het is belangrijk om de bemesting af te stemmen op de conditie van de bodem. Een bodemanalyse kan waardevolle inzichten geven in de aanwezige voedingsstoffen en de zuurgraad (pH-waarde) van je tuingrond. Een dahlia groeit optimaal bij een pH-waarde tussen 6,5 en 7,0, omdat bij deze zuurgraad de meeste voedingsstoffen goed opneembaar zijn voor de plantenwortels. Als uit de analyse blijkt dat er specifieke tekorten zijn, kun je gericht bemesten om deze aan te vullen en zo de perfecte groeiomgeving te creëren.

Wacht met het starten van de reguliere bemesting tot de plant goed aan de groei is, meestal zo’n 30 dagen na het planten. Te vroeg beginnen met vloeibare meststoffen kan de jonge, tere wortels beschadigen. De plant kan in de eerste fase voldoende voedingsstoffen halen uit de knol en de voorbereide bodem. Zodra de plant een gestage groei vertoont en meerdere bladparen heeft gevormd, is dit het signaal dat de behoefte aan extra voeding toeneemt en je kunt beginnen met je bemestingsschema.

De rol van N-P-K: stikstof, fosfor en kalium

Het begrijpen van de drie belangrijkste macronutriënten – stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K) – is essentieel voor een effectieve bemesting van dahlia’s. Stikstof is primair verantwoordelijk voor de groei van de groene delen van de plant, zoals de stengels en bladeren. Hoewel stikstof belangrijk is voor een weelderige plant, moet je er bij dahlia’s voorzichtig mee zijn. Een overmaat aan stikstof leidt tot een explosieve bladgroei, zwakke, slappe stengels en, belangrijker nog, een aanzienlijk verminderde bloemproductie. De plant steekt dan al zijn energie in het maken van blad in plaats van bloemknoppen.

Fosfor (P) speelt een cruciale rol bij de energieoverdracht binnen de plant en is van vitaal belang voor de ontwikkeling van een sterk en gezond wortelstelsel. Daarnaast is fosfor direct betrokken bij de vorming van bloemknoppen en de uiteindelijke bloei. Een adequate voorziening van fosfor, vooral in het begin van het groeiseizoen, legt de basis voor de bloemenpracht later in de zomer. Een tekort aan fosfor kan leiden tot een vertraagde groei en een slechte of uitblijvende bloei.

Kalium (K), ook wel potas genoemd, is een allround versterker voor de plant. Het reguleert de waterhuishouding, versterkt de celwanden en draagt bij aan de stevigheid van de stengels. Bovendien verhoogt kalium de algemene weerstand van de plant tegen ziekten, plagen en stressfactoren zoals droogte of temperatuurschommelingen. Voor dahlia’s is kalium onmisbaar voor het produceren van grote, kwalitatief goede bloemen en voor de ontwikkeling van stevige, gezonde knollen die de winter goed kunnen overleven.

Bij het kiezen van een meststof voor dahlia’s zoek je dus naar een formule die relatief laag is in stikstof en hoger in fosfor en kalium. Meststoffen met een N-P-K verhouding zoals 5-10-10, 2-7-7 of een vergelijkbare ’tomaat-‘ of ‘rozenmest’ zijn vaak zeer geschikt. Lees altijd goed het etiket om de verhoudingen te controleren. Deze balans stimuleert een compacte, stevige groei en een maximale bloemproductie, precies wat je wilt bereiken bij het kweken van dahlia’s.

Soorten meststoffen en toedieningsmethoden

Er zijn verschillende soorten meststoffen beschikbaar, elk met hun eigen voor- en nadelen. Vloeibare meststoffen worden opgelost in water en met het gietwater toegediend. Het grote voordeel hiervan is dat de voedingsstoffen direct beschikbaar zijn voor de plantenwortels en snel worden opgenomen. Dit maakt ze ideaal voor een snelle ‘boost’ tijdens het groeiseizoen. Het nadeel is dat ze ook sneller uitspoelen en je de bemesting regelmatig moet herhalen, meestal elke twee tot vier weken.

Granulaire of korrelmeststoffen zijn een andere populaire keuze. Deze vaste korrels strooi je rond de basis van de plant en werk je lichtjes in de bovenste laag van de grond. Bij elke watergift lossen de korrels een beetje op en geven ze geleidelijk hun voedingsstoffen af. Dit zorgt voor een meer constante en langdurige voeding. Afhankelijk van het type (slow-release of controlled-release) hoef je deze meststoffen vaak maar één of twee keer per seizoen toe te dienen.

Organische meststoffen, zoals beendermeel (rijk aan fosfor), bloedmeel (rijk aan stikstof) of vinassekali (rijk aan kalium), zijn natuurlijke alternatieven. Deze werken over het algemeen langzamer omdat ze eerst door het bodemleven moeten worden afgebroken voordat de voedingsstoffen vrijkomen voor de plant. Het voordeel is dat ze niet alleen de plant voeden, maar ook de bodemstructuur en het bodemleven verbeteren. Een combinatie van organische bodemverbeteraars en een minerale meststof voor de bloei geeft vaak de beste resultaten.

Ongeacht het type meststof dat je kiest, is het van cruciaal belang om de instructies op de verpakking nauwkeurig op te volgen. Overbemesting is een veelvoorkomend probleem en kan ernstige schade aanrichten. Te veel mest kan de wortels ‘verbranden’, wat leidt tot vergelende of bruine bladranden, verwelking en in ernstige gevallen het afsterven van de plant. Het is altijd beter om iets te weinig te geven dan te veel; je kunt later altijd nog een beetje bijmesten als dat nodig blijkt.

Het bemestingsschema gedurende het seizoen

Een effectief bemestingsschema past zich aan de veranderende behoeften van de dahlia gedurende het groeiseizoen aan. Zoals eerder genoemd, begin je met het voorbereiden van de bodem met compost voor het planten. De eerste vier tot zes weken na het planten heeft de dahlia geen extra bemesting nodig. De plant teert dan op de reserves in de knol en de voedingsstoffen die al in de bodem aanwezig zijn.

Start met de reguliere bemesting zodra de plant een actieve groei vertoont en ongeveer 30-40 cm hoog is. Vanaf dit moment tot aan de piek van de bloei in de zomer kun je elke twee tot vier weken een vloeibare meststof met een lage stikstof- en hoge fosfor/kalium-waarde toedienen. Als je liever een korrelmeststof gebruikt, is één toepassing in het begin van deze periode vaak voldoende. Blijf de plant goed observeren; een gezonde, diepgroene kleur en gestage groei zijn tekenen dat de voedingstoestand goed is.

Naarmate het einde van de zomer nadert, is het tijd om de bemesting af te bouwen en uiteindelijk te stoppen. Stop met het geven van meststoffen rond eind augustus of begin september. Het doorgaan met bemesten zou de plant stimuleren om nieuwe, zachte scheuten te vormen. Deze jonge groei is zeer kwetsbaar voor de eerste nachtvorst en zal de winter niet overleven. Bovendien moet de plant zijn energie nu gaan richten op het afrijpen en versterken van de knol voor de winteropslag.

De laatste fase van de voeding is gericht op de knol. De kalium die gedurende het seizoen is toegediend, heeft geholpen om een stevige en gezonde knol te ontwikkelen. Door de bemesting tijdig te stoppen, kan de knol alle resterende suikers en voedingsstoffen uit het afstervende loof opslaan. Dit is de energievoorraad die de knol nodig heeft om de winter door te komen en in het volgende voorjaar weer krachtig uit te kunnen lopen. Een correct afgebouwd bemestingsschema is dus essentieel voor de jaarlijkse cyclus van de dahlia.

Herkennen van voedingstekorten en -overschotten

Het observeren van de bladeren van je dahlia kan je veel vertellen over de voedingstoestand. Een stikstoftekort manifesteert zich vaak door een algehele bleke, geelgroene kleur van de bladeren, beginnend bij de oudere, onderste bladeren. De groei van de plant zal ook achterblijven. Een teveel aan stikstof daarentegen resulteert in donkergroen, weelderig blad, slappe stengels en weinig tot geen bloemen. Dit is een duidelijk signaal om een meststof met een lager stikstofgehalte te gebruiken.

Een fosfortekort is soms lastiger te herkennen, maar kan zich uiten in een vertraagde groei en bladeren die een donkere, paarsachtige tint krijgen. De meest duidelijke indicatie is echter een teleurstellende bloei, met weinig of kleine bloemen. Omdat fosfor essentieel is voor de wortelontwikkeling en knopvorming, is het cruciaal om dit tekort te voorkomen door een meststof met voldoende fosfor te gebruiken, vooral in het begin van het seizoen.

Een tekort aan kalium kan leiden tot verzwakte stengels en een verhoogde vatbaarheid voor ziekten. Een typisch symptoom is het geel of bruin worden van de bladranden, beginnend bij de oudere bladeren, terwijl de nerven groen blijven. Dit wordt ook wel bladrandnecrose genoemd. Omdat kalium zo belangrijk is voor de algehele plantgezondheid, is het van belang om een meststof te kiezen die dit element in ruime mate bevat.

Naast de macronutriënten kunnen er ook tekorten aan micronutriënten (sporenelementen) zoals magnesium of ijzer optreden, hoewel dit minder vaak voorkomt. Een magnesiumtekort kan bijvoorbeeld leiden tot vergeling tussen de nerven van oudere bladeren. Een goede, rijke bodem met veel organisch materiaal en het gebruik van een complete meststof kunnen de meeste van deze problemen voorkomen. Wees altijd voorzichtig met het diagnosticeren en corrigeren; begin met kleine aanpassingen in je bemestingsroutine.

Misschien vind je dit ook leuk