Het correct snoeien en terugsnoeien van de kokardebloem is een essentiële onderhoudstechniek die een directe en significante impact heeft op zowel de bloeirijkdom als de algehele gezondheid en levensduur van de plant. Hoewel de kokardebloem een relatief onderhoudsarme plant is, kan een doordachte snoeistrategie de bloeiperiode aanzienlijk verlengen, een compactere en stevigere groeiwijze bevorderen en de plant verjongen. Van het consequent verwijderen van uitgebloeide bloemen gedurende de zomer tot een meer drastische snoeibeurt halverwege het seizoen en de voorbereiding op de winter; elke knip heeft een specifiek doel. Het beheersen van deze technieken stelt je in staat om het maximale uit je kokardebloemen te halen, waardoor ze een onafgebroken bron van kleur en vitaliteit in je tuin worden.
De meest frequente en misschien wel belangrijkste snoeitaak gedurende het groeiseizoen is het verwijderen van uitgebloeide bloemen, een proces dat in de tuinwereld bekend staat als ‘deadheading’. Het primaire doel van elke plant is voortplanting, en zodra een bloem is bestoven, zal de plant haar energie richten op de productie van zaden. Door de uitgebloeide bloemhoofdjes weg te knippen voordat ze de kans krijgen om zaad te vormen, wordt dit proces onderbroken. Dit ‘misleidt’ de plant, die vervolgens wordt gestimuleerd om meer bloemknoppen aan te maken in een nieuwe poging om zich voort te planten, wat resulteert in een continue en langdurige bloei.
Deze eenvoudige handeling heeft meerdere voordelen. Naast het bevorderen van een rijkere en langere bloei, zorgt het er ook voor dat de plant er netjes en verzorgd uitziet. Verlepte, bruine bloemen kunnen het algehele uiterlijk van de plant ontsieren. Bovendien wordt de energie die anders naar zaadproductie zou gaan, nu geïnvesteerd in de ontwikkeling van een sterker wortelstelsel en gezondere bladeren, wat de algehele vitaliteit van de plant ten goede komt. Een bijkomend voordeel is dat het ongecontroleerde uitzaaien van de plant wordt voorkomen, wat wenselijk kan zijn in een strak geplande border.
De techniek van het deadheaden is simpel. Volg de stengel van de uitgebloeide bloem naar beneden tot je het eerste zijscheutje of een volwaardig blad tegenkomt. Knip de stengel net boven dit punt af met een scherpe en schone snoeischaar of zelfs met je vingers. Door boven een zijscheut te knippen, stimuleer je de ontwikkeling van een nieuwe bloemstengel vanuit dat punt. Het is aan te raden om deze taak regelmatig uit te voeren, idealiter minstens één keer per week tijdens de piek van de bloeiperiode.
Hoewel deadheaden de bloei bevordert, kun je er aan het einde van het seizoen bewust voor kiezen om enkele bloemhoofdjes te laten staan. Deze kunnen zich ontwikkelen tot zaadhoofden, die een waardevolle voedselbron vormen voor vogels zoals putters en vinken gedurende de herfst en winter. Bovendien kun je zelf de zaden verzamelen om het volgende jaar nieuwe planten te kweken. Het is een afweging tussen een maximale bloei en het ondersteunen van de lokale fauna en je eigen vermeerderingswensen.
Meer artikelen over dit onderwerp
De zomersnoei voor verjonging
Halverwege het groeiseizoen, meestal rond eind juli of begin augustus, kunnen kokardebloemen er wat rommelig en uitgeput uit gaan zien. De eerste grote bloeigolf is voorbij, en de planten kunnen hoog en ijl zijn geworden, met een neiging tot openvallen, vooral de hogere variëteiten. Op dit moment kan een verjongingssnoei, ook wel de ‘Chelsea chop’ genoemd (hoewel die traditioneel iets eerder plaatsvindt), wonderen doen om de plant een tweede leven te geven voor de rest van het seizoen.
Deze snoeibeurt is wat drastischer dan het reguliere deadheaden. Het houdt in dat je de hele plant met ongeveer een derde tot de helft terugsnoeit. Knip de stengels terug tot net boven een gezonde set bladeren of een groeiknoop. Hoewel dit op korte termijn resulteert in een kale plek in je border, zal de plant snel reageren door nieuwe, frisse scheuten te produceren vanuit de basis en de overgebleven stengels. Dit leidt tot een compactere, stevigere en meer bossige plant.
Het belangrijkste voordeel van deze zomersnoei is de stimulatie van een tweede, vaak net zo rijke bloeiperiode in de late zomer en vroege herfst. De nieuwe groei die na de snoei ontstaat, produceert een overvloed aan verse bloemknoppen. Dit verlengt het bloeiseizoen aanzienlijk en zorgt ervoor dat je tuin er tot aan de eerste vorst kleurrijk en levendig uitziet. De plant die na deze snoei teruggroeit, is over het algemeen ook sterker en beter bestand tegen omvallen.
Deze techniek is vooral nuttig in klimaten met een lang groeiseizoen. In regio’s met een korte zomer is het wellicht minder effectief, omdat de plant mogelijk niet genoeg tijd heeft om te herstellen en opnieuw in bloei te komen. Het is een kwestie van experimenteren wat het beste werkt in jouw specifieke tuinomstandigheden. Als je huiverig bent om de hele plant terug te knippen, kun je beginnen met het snoeien van slechts een deel van de stengels om het effect te observeren.
Meer artikelen over dit onderwerp
Snoeien aan het einde van het seizoen
Aan het einde van het groeiseizoen, wanneer de herfst zijn intrede doet en de eerste vorst nadert, sta je voor de keuze hoe je de kokardebloem voorbereidt op de winter. De beslissing om de plant in de herfst terug te snoeien of de afgestorven delen te laten staan, heeft invloed op zowel de plant zelf als op het ecosysteem van je tuin. Er is geen eenduidig goed of fout antwoord; de beste keuze hangt af van je lokale klimaat en persoonlijke tuinfilosofie.
Het terugsnoeien van de plant in de late herfst heeft als voordeel dat het de tuin een opgeruimde uitstraling geeft voor de winter. Knip de stengels terug tot ongeveer 10-15 centimeter boven de grond. Dit verwijdert oud en potentieel ziek plantmateriaal, waardoor de kans kleiner wordt dat schimmelsporen of eitjes van plagen in de plantenresten overwinteren. In gebieden met zeer natte winters kan deze aanpak ook helpen om de kroon van de plant droger te houden en de kans op rot te verminderen.
Het laten staan van de plantenstengels gedurende de winter heeft echter ook belangrijke voordelen. De overgebleven structuur biedt een zekere mate van bescherming aan de kroon van de plant tegen koude wind en vorst. De holle stengels kunnen ook een schuilplaats bieden voor nuttige insecten. Zoals eerder vermeld, zijn de zaadhoofden een belangrijke voedselbron voor vogels, wat bijdraagt aan de biodiversiteit en het leven in de wintertuin.
Esthetisch gezien kunnen de silhouetten van de uitgebloeide planten, bedekt met rijp of een dun laagje sneeuw, een prachtige, architecturale waarde toevoegen aan het winterlandschap. Als je ervoor kiest om de planten te laten staan, wordt het snoeien uitgesteld tot het vroege voorjaar. Op dat moment knip je de oude, dode stengels van het voorgaande jaar weg om plaats te maken voor de nieuwe, frisse groei die vanuit de basis verschijnt.
Het snoeien van jonge planten
Het snoeien van jonge kokardebloemen, een techniek die bekend staat als ’toppen’, kan helpen om vanaf het begin een vollere en meer vertakte plant te creëren. Wanneer een jonge plant een hoogte van ongeveer 15 tot 20 centimeter heeft bereikt en een aantal sets van echte bladeren heeft ontwikkeld, kun je de bovenste groeischeut, het topje van de hoofdstengel, wegknippen of met je vingers wegnijpen. Dit doe je net boven een paar bladeren.
Deze handeling verwijdert de apicale dominantie, wat betekent dat de groeihormonen die de verticale groei stimuleren, worden onderbroken. Als reactie hierop zal de plant haar energie sturen naar de ontwikkeling van de zijknoppen die zich in de bladoksels bevinden. In plaats van één hoge hoofdstengel te vormen, zal de plant nu twee of meer zijstengels ontwikkelen vanaf het punt waar je hebt gesnoeid. Dit resulteert in een plant die van nature bossiger en compacter is.
Een vollere plant heeft meerdere voordelen. Ze produceert over het algemeen meer bloemstengels en dus meer bloemen dan een ongetopte plant. De groei is ook steviger en minder vatbaar voor omvallen, waardoor er minder behoefte is aan plantensteunen. Dit is vooral voordelig voor de hogere variëteiten van de kokardebloem. Het toppen van jonge planten is een proactieve stap om een sterke en goed gevormde plant te kweken.
Het toppen van de plant zal de eerste bloei enigszins vertragen, omdat de plant eerst haar energie moet steken in het ontwikkelen van de nieuwe zijscheuten. Echter, de uiteindelijke bloemenpracht is vaak rijker en de plantstructuur is aanzienlijk beter. Deze techniek kan zowel worden toegepast op planten die je uit zaad hebt opgekweekt als op jonge planten die je in een kwekerij hebt gekocht. Het is een kleine ingreep met een groot effect op de uiteindelijke vorm en prestaties van je kokardebloem.