Share

Voedingsbehoefte en bemesting van juffertje-in-het-groen

Linden · 04.09.2025.

Een van de meest bevrijdende aspecten van het telen van juffertje-in-het-groen is haar bescheiden eetlust. In een wereld waar veel tuinplanten afhankelijk zijn van regelmatige bemesting en voedingssupplementen, gedijt deze charmante eenjarige juist op een dieet van eenvoud. Ze is van nature aangepast aan voedselarme, vaak stenige gronden, en een overmaat aan voedingsstoffen kan haar meer kwaad dan goed doen. Het begrijpen van deze lage voedingsbehoefte is de sleutel tot het kweken van sterke planten met een overvloed aan bloemen in plaats van een overmaat aan blad. Het motto voor de bemesting van juffertje-in-het-groen is dan ook: minder is absoluut meer.

De plant haalt haar voedingsstoffen uit de bodem via haar wortelstelsel. In een gemiddelde tuingrond zijn doorgaans alle benodigde macro- en micronutriënten in voldoende mate aanwezig om de plant gedurende haar hele levenscyclus te ondersteunen. Het toevoegen van extra meststoffen is daarom in de meeste gevallen onnodig. Sterker nog, het kan de natuurlijke balans verstoren en leiden tot ongewenste groei-effecten.

Een te voedselrijke bodem, met name een die rijk is aan stikstof, zal juffertje-in-het-groen aanzetten tot het produceren van weelderig, donkergroen loof. Hoewel dit er op het eerste gezicht misschien gezond uitziet, gaat deze vegetatieve groei direct ten koste van de generatieve groei, oftewel de aanmaak van bloemknoppen. Het resultaat is een plant die groot en bladrijk is, maar teleurstellend weinig bloemen produceert, wat natuurlijk niet de bedoeling is.

Daarnaast leidt een overmaat aan stikstof tot de ontwikkeling van zachte, slappe stengels die niet sterk genoeg zijn om de bloemen en later de zaaddozen te dragen. Deze planten zullen veel sneller omvallen bij wind of regen en hebben meer ondersteuning nodig. Door de bemesting tot een minimum te beperken, stimuleer je de plant om een compacte, stevige en rijkelijk bloeiende structuur te ontwikkelen, precies zoals de natuur het bedoeld heeft.

De rol van essentiële voedingsstoffen

Hoewel juffertje-in-het-groen weinig voeding nodig heeft, zijn de basisvoedingsstoffen nog steeds essentieel voor haar overleving en ontwikkeling. De drie belangrijkste macronutriënten zijn stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K). Stikstof is primair verantwoordelijk voor de groei van bladeren en stengels. Fosfor speelt een cruciale rol bij de wortelontwikkeling, bloemvorming en zaadproductie. Kalium is belangrijk voor de algehele stevigheid van de plant, de waterhuishouding en de weerstand tegen ziekten.

Zoals eerder vermeld, is een teveel aan stikstof de grootste valkuil. Juffertje-in-het-groen heeft slechts een zeer kleine hoeveelheid stikstof nodig om haar varenachtige loof te ontwikkelen. De nadruk ligt bij deze plant meer op fosfor en kalium, die de bloei en de vorming van de decoratieve zaaddozen ondersteunen. Een bodem die van nature in balans is of een lichte bemesting met een fosfor- en kaliumrijke meststof is daarom gunstiger dan een stikstofrijke bemesting.

Naast de macronutriënten heeft de plant ook een reeks micronutriënten of sporenelementen nodig, zij het in zeer kleine hoeveelheden. Dit zijn elementen zoals ijzer, mangaan, zink en borium. In een gezonde, levende tuingrond met voldoende organisch materiaal zijn deze sporenelementen normaal gesproken in ruime mate aanwezig. Een tekort aan deze elementen is bij juffertje-in-het-groen in de volle grond uiterst zeldzaam.

Het is belangrijk te onthouden dat de beschikbaarheid van voedingsstoffen in de bodem niet alleen afhangt van hun aanwezigheid, maar ook van de bodemstructuur en de pH-waarde. Een goede, kruimelige bodemstructuur zorgt ervoor dat de wortels gemakkelijk kunnen groeien en voedingsstoffen kunnen opnemen. Een neutrale tot licht alkalische pH (6,5-7,5) zorgt ervoor dat de meeste voedingsstoffen optimaal beschikbaar zijn voor de plant. Een goede bodemvoorbereiding is dus indirect de beste vorm van bemesting.

Organische versus synthetische meststoffen

Bij de keuze voor bemesting, mocht dit in uitzonderlijke gevallen nodig zijn, sta je voor de keuze tussen organische en synthetische meststoffen. Voor een plant als juffertje-in-het-groen, die gedijt op een natuurlijke aanpak, hebben organische meststoffen veruit de voorkeur. Organische meststoffen, zoals compost, bladaarde of goed verteerde dierlijke mest, geven hun voedingsstoffen langzaam en geleidelijk af. Dit proces is afhankelijk van het bodemleven, zoals bacteriën en schimmels, die het organische materiaal afbreken.

Dit langzame afgifteproces past perfect bij de bescheiden behoeften van de plant en voorkomt het risico op overbemesting. Bovendien verbetert organisch materiaal de bodemstructuur, het waterhoudend vermogen en stimuleert het een gezond en divers bodemleven. Een kleine hoeveelheid compost door de bovenlaag van de grond werken bij de voorbereiding van het zaaibed is de meest effectieve en veilige manier om de bodem te verrijken.

Synthetische of kunstmeststoffen zijn chemisch geproduceerde meststoffen die een geconcentreerde dosis voedingsstoffen bevatten die direct beschikbaar zijn voor de plant. Hoewel ze snel resultaat kunnen geven, zijn ze voor juffertje-in-het-groen sterk af te raden. Het risico op overdosering is zeer groot, wat kan leiden tot ‘verbranding’ van de wortels, zwakke groei en een slechte bloei. Bovendien doen ze niets om de bodemstructuur of het bodemleven op de lange termijn te verbeteren.

Mocht je toch een synthetische meststof overwegen, bijvoorbeeld voor planten in potten, kies dan een product dat specifiek is samengesteld voor bloeiende planten. Deze hebben doorgaans een lager stikstofgehalte en een hoger fosfor- en kaliumgehalte (bijvoorbeeld een NPK-verhouding van 5-10-10). Gebruik altijd minder dan de aanbevolen dosering op de verpakking en dien het slechts eenmalig toe halverwege het groeiseizoen.

Bemesting bij het planten

De enige keer dat een lichte vorm van bemesting echt nuttig kan zijn, is bij de voorbereiding van het zaaibed, nog voordat de zaden de grond in gaan. Dit legt een goede basis voor het hele seizoen. De focus ligt hierbij niet zozeer op het toevoegen van grote hoeveelheden voedingsstoffen, maar meer op het verbeteren van de algehele bodemkwaliteit en -structuur. Een gezonde bodem is de beste garantie voor gezonde planten.

Werk een dunne laag van ongeveer één tot twee centimeter goed verteerde, rijpe compost of bladaarde door de bovenste tien centimeter van de grond. Rijpe compost is donker, kruimelig en ruikt naar frisse bosgrond. Het levert een breed scala aan voedingsstoffen in een langzaam vrijkomende vorm en is rijk aan micro-organismen die de bodem tot leven brengen. Dit is doorgaans meer dan voldoende voeding voor het hele seizoen.

Als je geen compost bij de hand hebt, kan een handvol organische mestkorrels met een lage stikstofwaarde een alternatief zijn. Strooi deze gelijkmatig over het zaaibed en hark ze lichtjes in de grond. Producten op basis van beendermeel (rijk aan fosfor) of vinassekali (rijk aan kalium) kunnen ook nuttig zijn om de bloei en stevigheid te bevorderen, maar gebruik ze altijd met mate.

Vermijd ten koste van alles het gebruik van verse, onverteerde mest. Dit is veel te krachtig voor de tere zaailingen en kan hun wortels ernstig beschadigen. Bovendien kan het onkruidzaden en ziekteverwekkers bevatten. Als je dierlijke mest wilt gebruiken, zorg er dan voor dat deze minstens een jaar oud en volledig gecomposteerd is, zodat de voedingsstoffen gestabiliseerd zijn en de scherpte eraf is.

Voeding voor planten in potten en containers

Juffertje-in-het-groen die in potten of bakken wordt gekweekt, heeft iets andere voedingsbehoeften dan haar soortgenoten in de volle grond. De beperkte hoeveelheid potgrond in een container kan na verloop van tijd uitgeput raken, omdat de voedingsstoffen bij elke watergift gedeeltelijk wegspoelen. Daarom kan een lichte bijbemesting gedurende het seizoen hier wel nuttig zijn om de plant vitaal en bloeiend te houden.

Gebruik bij het vullen van de potten een kwalitatief goede potgrond voor terras- en balkonplanten. Deze potgronden bevatten vaak al een basisbemesting die voldoende is voor de eerste zes tot acht weken van de groei. Het is belangrijk om een pot te kiezen met voldoende drainagegaten en een potgrond die een luchtige en goed doorlatende structuur heeft om wortelrot te voorkomen.

Na de eerste groeiperiode, wanneer de plant volop in bloei komt, kun je beginnen met een lichte bijbemesting. Gebruik hiervoor een vloeibare meststof voor bloeiende planten, die je toevoegt aan het gietwater. Kies een meststof met een laag stikstof- en een hoger fosfor- en kaliumgehalte. Het is cruciaal om de meststof te verdunnen tot de helft of zelfs een kwart van de op de verpakking aanbevolen sterkte.

Bemest de planten in potten ongeveer eens in de drie tot vier weken tijdens de piek van de bloeiperiode. Stop met bemesten tegen het einde van de zomer, wanneer de plant haar levenscyclus begint af te ronden en zaaddozen begint te vormen. Door de bemesting op deze manier aan te passen, voorzie je de plant van de nodige energie voor een continue bloei zonder haar te overvoeren.

Tekenen van voedingsproblemen herkennen

Hoewel voedingsproblemen bij juffertje-in-het-groen zeldzaam zijn, is het goed om de signalen te kunnen herkennen. Het meest voorkomende probleem is, zoals gezegd, een overschot aan voeding, met name stikstof. Dit herken je aan weelderige, donkergroene bladgroei, slappe stengels en een gebrek aan bloemen. De oplossing is simpel: stop onmiddellijk met elke vorm van bemesting en zorg ervoor dat de plant niet in te rijke grond staat.

Een voedingstekort komt veel minder vaak voor, zeker in de volle grond. Mocht het toch optreden, dan zijn de symptomen vaak subtiel. Een algemeen gebrek aan groeikracht, bleke of gelige bladeren (niet te verwarren met geelheid door te veel water) en kleine, schaarse bloemen kunnen wijzen op een tekort. Een stikstoftekort uit zich vaak eerst in de oudere, onderste bladeren die geel worden, terwijl een tekort aan sporenelementen zoals ijzer vaak zichtbaar wordt als vergeling van de jonge, nieuwe bladeren.

Voordat je conclusies trekt over een voedingstekort, is het belangrijk om andere mogelijke oorzaken uit te sluiten. Controleer eerst de waterhuishouding: staat de plant te nat of te droog? Krijgt de plant voldoende zonlicht? Is de bodem niet te compact? Vaak zijn deze factoren de werkelijke oorzaak van de symptomen, en niet een gebrek aan voedingsstoffen.

Als je na het uitsluiten van andere oorzaken toch vermoedt dat er sprake is van een voedingstekort, bijvoorbeeld in zeer arme, zanderige grond of in een oude pot, kun je een zeer milde, uitgebalanceerde vloeibare meststof toedienen. Geef dit eenmalig en observeer de plant de komende weken. Meestal zal een enkele, lichte bemesting voldoende zijn om de plant er weer bovenop te helpen. Wees altijd voorzichtig en begin met een zeer lage dosering.

Misschien vind je dit ook leuk