Share

Het planten en vermeerderen van blauw schapengras

Daria · 29.07.2025.

Het succesvol aanplanten van blauw schapengras legt de fundering voor een gezonde en langlevende plant die jarenlang een sieraad in je tuin zal zijn. Hoewel Helictotrichon sempervirens bekend staat als een sterke en gemakkelijke plant, is het van groot belang om de aanplant met zorg uit te voeren. Dit proces omvat meer dan alleen het graven van een gat en de plant erin zetten; het begint met het kiezen van het juiste moment, het zorgvuldig voorbereiden van de plantplek en het correct hanteren van de jonge plant. Een goede start zorgt ervoor dat de plant snel kan wortelen en zich kan vestigen, waardoor hij beter bestand is tegen droogte en andere stressfactoren. Vermeerdering is een prachtige manier om meer van deze favoriete planten te krijgen om elders in de tuin te gebruiken of om te delen met andere tuinliefhebbers, en het is een relatief eenvoudig proces dat de vitaliteit van oudere planten ten goede komt.

De ideale periode om blauw schapengras aan te planten is in het voorjaar, na de laatste nachtvorst, of in het vroege najaar. Planten in het voorjaar, van ongeveer april tot juni, geeft de plant de hele zomer de tijd om een sterk wortelstelsel te ontwikkelen voordat de winter invalt. Planten in het najaar, van september tot begin oktober, heeft als voordeel dat de bodem nog warm is van de zomer en er doorgaans meer neerslag valt, wat het aanslaan van de plant bevordert. Vermijd het planten tijdens hete, droge periodes in de zomer, omdat dit veel stress voor de jonge plant oplevert en de kans op uitdroging groot is.

Voordat je gaat planten, is het essentieel om de plantplek goed voor te bereiden. Kies, zoals eerder besproken, een zonnige locatie met een uitstekende drainage. Maak de grond op de plantplek goed los en verwijder al het onkruid en eventuele stenen. Als je tuiniert op zware, vochthoudende grond, is dit het moment om de bodemstructuur te verbeteren. Meng een ruime hoeveelheid grof zand, fijn grind of perliet door de bovenste 20-30 centimeter van de grond om de waterdoorlatendheid te verhogen. Dit is een cruciale stap die het verschil kan maken tussen een florerende plant en een die wegkwijnt.

Bij het bepalen van de plantafstand is het belangrijk om rekening te houden met de volwassen omvang van de plant. Blauw schapengras vormt een pol die uiteindelijk zo’n 50 tot 60 centimeter breed kan worden. Om te voorkomen dat de planten te dicht op elkaar groeien en elkaar gaan verdringen, is een plantafstand van ongeveer 50 centimeter aan te raden. Dit geeft elke plant voldoende ruimte om zich volledig te ontwikkelen tot een mooie, ronde pol en zorgt voor een goede luchtcirculatie, wat helpt om ziekten te voorkomen.

Het plantproces zelf is eenvoudig. Graaf een plantgat dat ongeveer twee keer zo breed is als de kluit van de plant en net zo diep. Haal de plant voorzichtig uit de pot en maak de wortels aan de buitenkant van de kluit voorzichtig een beetje los als deze erg vast zitten; dit stimuleert de wortels om naar buiten te groeien in de nieuwe grond. Plaats de plant in het gat, zorg ervoor dat de bovenkant van de kluit gelijk is met het omliggende grondniveau. Vul het gat aan met de verbeterde aarde, druk de grond rond de plant licht aan en geef direct na het planten royaal water. Dit helpt om de grond te laten inklinken en zorgt voor een goed contact tussen de wortels en de aarde.

Het plantproces stap voor stap

De eerste stap is het voorbereiden van de plant zelf. Dompel de kluit van de plant, terwijl hij nog in de pot zit, een paar minuten onder in een emmer met water totdat er geen luchtbellen meer opstijgen. Dit zorgt ervoor dat de kluit volledig verzadigd is met water, wat de plant een goede start geeft op zijn nieuwe plek. Een goed gehydrateerde plant zal minder snel last hebben van een plantschok en gemakkelijker nieuwe wortels vormen. Laat de pot na het dompelen even uitlekken voordat je de plant eruit haalt.

Vervolgens graaf je het plantgat. Zorg ervoor dat het gat ruim genoeg is, zodat de wortels zich gemakkelijk kunnen verspreiden in de losgemaakte grond. Het is beter om het gat te breed dan te diep te maken. Als de plant te diep wordt geplant, kan de basis van de stengels gaan rotten, wat fataal kan zijn. Controleer de diepte door een lat of de steel van je spade over het gat te leggen; de bovenkant van de kluit moet hiermee op gelijke hoogte zijn.

Nadat je de plant in het gat hebt geplaatst, vul je de ruimte rondom de kluit op met de voorbereide aarde. Druk de grond voorzichtig maar stevig aan met je handen om luchtbellen te verwijderen. Het is belangrijk om de grond niet te hard aan te stampen, want dit kan de bodem verdichten en de wortelgroei belemmeren. Een lichte druk is voldoende om de plant stabiliteit te geven en te zorgen voor een goed contact tussen de wortels en de bodem.

De laatste en cruciale stap is het geven van water. Geef direct na het planten een ruime hoeveelheid water, zelfs als de grond al vochtig is. Dit helpt om de grond rond de wortels te laten bezinken en de laatste luchtkamers op te vullen. De eerste weken na het aanplanten is het belangrijk om de grond licht vochtig te houden, maar niet drassig, totdat je merkt dat de plant nieuwe groei vertoont. Dit is het teken dat de plant goed is aangeslagen en nieuwe wortels aan het vormen is.

Vermeerdering door delen

De meest gebruikelijke en eenvoudigste manier om blauw schapengras te vermeerderen is door de plant te delen, ook wel scheuren genoemd. Dit is niet alleen een manier om nieuwe planten te verkrijgen, maar het is ook een effectieve methode om oudere, te groot geworden pollen te verjongen. Na een aantal jaren kan het hart van de pol namelijk kaal en minder vitaal worden. Door de plant te delen, stimuleer je nieuwe, krachtige groei vanuit de gezonde buitendelen van de plant.

De beste tijd om Helictotrichon sempervirens te delen is in het vroege voorjaar, rond maart of april, net als de plant weer actief begint te groeien. Op dit moment is de plant sterk genoeg om de ingreep te doorstaan en heeft hij het hele groeiseizoen voor de boeg om te herstellen en goed te wortelen voor de volgende winter. Het is ook mogelijk om in het vroege najaar te delen, maar de voorkeur gaat uit naar het voorjaar.

Het proces van delen begint met het voorzichtig uitgraven van de volledige pol. Gebruik een stevige spade of riek om de plant met een zo groot mogelijke wortelkluit uit de grond te lichten. Probeer de wortels zo min mogelijk te beschadigen. Schud of spoel de overtollige aarde van de wortels af, zodat je een goed zicht hebt op de structuur van de plant en de wortels. Dit maakt het gemakkelijker om de pol te verdelen.

Zodra de pol is uitgegraven, kun je hem in meerdere stukken verdelen. Bij een jonge, kleine pol kun je dit vaak met de hand doen door de kluit voorzichtig uit elkaar te trekken. Bij een oudere, meer verhoute pol heb je waarschijnlijk een scherp en stevig mes, een spade of zelfs twee rieken nodig. Steek de spade in het midden van de pol en deel hem in tweeën of vieren. Zorg ervoor dat elk deel een gezond stuk van de buitenrand van de plant bevat, met voldoende wortels en een aantal scheuten. De oude, dode kern in het midden van de plant kan worden weggegooid.

Het planten van de gedeelde stukken

Nadat je de pol hebt verdeeld, is het belangrijk om de nieuwe stukken zo snel mogelijk weer te planten om uitdroging van de wortels te voorkomen. Als je ze niet direct kunt planten, bewaar ze dan op een schaduwrijke plek en houd de wortels vochtig door ze af te dekken met een natte doek of krant. De gedeelde stukken kunnen ofwel teruggeplant worden op dezelfde plek, of op een nieuwe locatie in de tuin.

Bereid de plantgaten voor de gedeelde stukken op dezelfde manier voor als bij een nieuwe plant. Verbeter de grond indien nodig met zand of grind om de drainage te optimaliseren. Plant de nieuwe stukken op dezelfde diepte als waarop de oorspronkelijke plant stond. De bovenkant van de wortelkluit moet gelijk zijn met het grondoppervlak. Het is vaak een goed idee om de nieuwe, kleinere planten iets dichter bij elkaar te zetten dan de oorspronkelijke plantafstand.

Voordat je de nieuwe planten in de grond zet, kun je eventueel lelijk of beschadigd blad wegknippen. Dit vermindert de verdamping en helpt de plant om zijn energie te richten op het vormen van nieuwe wortels en scheuten. Knip het blad terug tot ongeveer 10-15 centimeter. Dit geeft de planten ook een netter uiterlijk na het verplanten.

Net als bij het planten van een nieuwe plant, is het cruciaal om de gedeelde stukken direct na het planten overvloedig water te geven. Blijf de planten de eerste weken regelmatig water geven, totdat ze goed zijn aangeslagen. Wees geduldig; het kan even duren voordat de nieuwe planten tekenen van krachtige groei vertonen, maar met de juiste zorg zullen ze zich ontwikkelen tot de prachtige, blauwe pollen die je gewend bent.

Vermeerdering uit zaad

Hoewel delen de meest gangbare methode is, kan blauw schapengras ook uit zaad worden vermeerderd. Dit is een meer tijdrovend proces en de resultaten kunnen variabel zijn. De zaailingen van Helictotrichon sempervirens zijn niet altijd soortecht, wat betekent dat ze niet per se dezelfde intense blauwe kleur zullen hebben als de moederplant. Het kan echter een leuke en lonende ervaring zijn om je eigen planten vanaf het begin op te kweken.

Zaai de zaden in het vroege voorjaar binnenshuis in zaaibakjes gevuld met een goed doorlatende zaai- en stekgrond. Bedek de zaden slechts met een heel dun laagje aarde of vermiculiet, want ze hebben licht nodig om te kiemen. Houd de grond constant licht vochtig, maar niet nat, en zet de zaaibakjes op een warme, lichte plek, maar uit direct zonlicht. De kieming vindt meestal plaats binnen enkele weken.

Zodra de zaailingen groot genoeg zijn om te hanteren en een paar echte blaadjes hebben ontwikkeld, kun je ze voorzichtig verspenen naar individuele potjes. Blijf de jonge plantjes opkweken op een lichte, beschutte plek. Laat ze geleidelijk wennen aan de buitenomstandigheden (afharden) door ze overdag steeds wat langer buiten te zetten, voordat je ze definitief in de tuin plant.

Plant de jonge, uit zaad opgekweekte plantjes pas in de volle grond als ze voldoende zijn gegroeid en een stevig wortelstelsel hebben ontwikkeld. Dit is meestal in de late lente of vroege zomer. Behandel ze verder op dezelfde manier als elke andere jonge plant, met voldoende water in de beginfase en bescherming tegen extreme weersomstandigheden. Selecteer de planten met de beste blauwe kleur om verder te kweken als je specifiek op zoek bent naar die eigenschap.

📷: Drew AveryCC BY 2.0, via Wikimedia Commons

Misschien vind je dit ook leuk