Hoewel een goed verzorgde engelentrompet een sterke en veerkrachtige plant is, is ze niet immuun voor ziekten en plagen. Vooral verzwakte planten, die bijvoorbeeld te weinig water of voeding krijgen, zijn een gemakkelijk doelwit. Het is van cruciaal belang om de plant regelmatig en zorgvuldig te inspecteren, zodat problemen in een vroeg stadium kunnen worden ontdekt en aangepakt. Een snelle reactie kan vaak een grootschalige aantasting voorkomen en de gezondheid van de plant veiligstellen. Kennis van de meest voorkomende belagers en de juiste bestrijdingsmethoden is een onmisbaar onderdeel van de succesvolle teelt.
De meest voorkomende plagen op Brugmansia zijn sapzuigende insecten. Hiertoe behoren bladluizen, witte vlieg, spintmijten en wolluizen. Deze insecten voeden zich met de sappen van de plant, wat leidt tot verzwakking, misvormde bladeren en een verminderde groei. Ze bevinden zich vaak aan de onderkant van de bladeren of in de groeipunten. Naast de directe schade kunnen ze ook virussen overbrengen en produceren ze vaak een kleverige substantie genaamd honingdauw, waarop zich roetdauwschimmel kan ontwikkelen.
Spintmijten zijn een bijzonder hardnekkig probleem, vooral in warme en droge omstandigheden. Deze minuscule spinachtigen zijn met het blote oog nauwelijks zichtbaar, maar hun aanwezigheid wordt verraden door fijne webben tussen de bladeren en een gespikkeld, geelachtig uiterlijk van het blad. Een zware aantasting kan leiden tot volledige ontbladering. Een hoge luchtvochtigheid werkt preventief; regelmatig de planten besproeien met water kan helpen om spint op afstand te houden.
Wat ziekten betreft, zijn schimmelinfecties de grootste bedreiging, met name wortelrot en meeldauw. Wortelrot wordt bijna altijd veroorzaakt door een teveel aan water en een slechte drainage. De symptomen zijn vergelende en afvallende bladeren en een algehele achteruitgang van de plant, terwijl de grond nat blijft. Meeldauw verschijnt als een witte, poederachtige laag op de bladeren en stengels, vooral bij vochtig weer en een slechte luchtcirculatie. Hoewel het meestal niet fataal is, verzwakt het de plant en is het ontsierend.
Veelvoorkomende plaaginsecten
Bladluizen zijn kleine, peervormige insecten die in kolonies leven, vaak op de jonge scheuten en bloemknoppen. Ze kunnen groen, zwart of roze van kleur zijn. Ze doorboren het plantenweefsel en zuigen de voedingsrijke sappen op, wat leidt tot gekrulde bladeren en misvormde bloemen. Een kleine aantasting kan vaak worden aangepakt door de luizen met een harde waterstraal van de plant te spuiten of ze handmatig te verwijderen. Bij een grotere plaag kan een oplossing van water en kaliumzeep (ook wel zachte zeep of groene zeep genoemd) effectief zijn.
Meer artikelen over dit onderwerp
Witte vlieg is een ander lastig insect. Het zijn kleine, witte, mot-achtige vliegjes die opvliegen wanneer de plant wordt aangeraakt. Zowel de volwassen vliegen als hun larven, die zich aan de onderkant van de bladeren bevinden, zuigen plantensappen. Ze vermenigvuldigen zich zeer snel, vooral in warme, beschutte omstandigheden zoals een kas. Gele vangplaten kunnen helpen om de volwassen vliegen weg te vangen en de populatie onder controle te houden. Voor een directe bestrijding kan ook hier een zeepoplossing of een biologisch insecticide op basis van pyrethrum worden gebruikt.
Wolluizen zijn te herkennen aan de witte, wasachtige en wollige afscheiding waarmee ze zich bedekken. Ze nestelen zich graag in de bladoksels en andere beschutte plekjes. Ze zijn lastig te bestrijden omdat hun wasachtige laag hen beschermt tegen contactinsecticiden. Een effectieve methode voor kleinschalige aantastingen is het aanstippen van de luizen met een wattenstaafje gedoopt in spiritus. De alcohol lost de waslaag op en doodt het insect. Regelmatige en grondige inspectie is essentieel om te voorkomen dat ze zich massaal verspreiden.
Rupsen, de larven van vlinders en motten, kunnen ook aanzienlijke schade aanrichten door gaten in de bladeren en bloemen te vreten. Hoewel ze meestal niet in enorme aantallen voorkomen, kan één grote rups in korte tijd veel bladweefsel verorberen. De beste bestrijdingsmethode is het handmatig verwijderen van de rupsen. Inspecteer de plant zorgvuldig, ook aan de onderkant van de bladeren, en verplaats de gevonden rupsen naar een andere plek in de natuur, ver weg van je waardevolle planten. Het gebruik van chemische insecticiden is vaak niet nodig.
Spintmijt: een hardnekkige vijand
Spintmijten (Tetranychus urticae) behoren tot de meest gevreesde plagen voor Brugmansia-liefhebbers. Deze kleine mijten gedijen in warme, droge omstandigheden en kunnen zich in korte tijd explosief vermenigvuldigen. Ze doorboren de bladcellen en zuigen de inhoud leeg, wat leidt tot kleine gele of zilverachtige stipjes op de bovenkant van het blad. Na verloop van tijd wordt het hele blad geel en valt het af. Bij een ernstige infestatie bedekken ze de plant met fijne zijden webben, wat hun aanwezigheid duidelijk maakt.
Meer artikelen over dit onderwerp
Preventie is de beste strategie tegen spint. Deze plaag heeft een hekel aan vocht. Het regelmatig besproeien van de bladeren, vooral de onderkanten, met een plantenspuit kan de omstandigheden voor spint ongunstig maken. Dit verhoogt de luchtvochtigheid en verstoort de mijten. Zorg ook voor een goede luchtcirculatie rondom de planten. Een dichte, stilstaande en warme omgeving is een ideale broedplaats voor spint.
Als er toch een aantasting optreedt, is snel ingrijpen geboden. Begin met het afspoelen van de plant met een krachtige waterstraal, waarbij je speciale aandacht besteedt aan de onderkant van de bladeren. Dit zal een groot deel van de mijten en hun webben fysiek verwijderen. Herhaal dit proces om de paar dagen. Voor een meer gerichte aanpak kan een mengsel van water en kaliumzeep worden gebruikt. De zeep lost de beschermende waslaag van de mijten op, waardoor ze uitdrogen.
Bij een hardnekkige plaag kunnen biologische bestrijdingsmiddelen worden ingezet. Roofmijten (Phytoseiulus persimilis) zijn de natuurlijke vijanden van spintmijten en kunnen online worden besteld. Deze nuttige insecten jagen actief op de spintmijten en hun eitjes en kunnen een plaag op een natuurlijke en effectieve manier onder controle brengen. Dit is een milieuvriendelijke oplossing die de plant en andere nuttige insecten niet schaadt. Chemische acariciden moeten als laatste redmiddel worden beschouwd, omdat spintmijten snel resistentie kunnen opbouwen.
Schimmelziekten en hoe ze te voorkomen
Wortelrot is een fatale aandoening die wordt veroorzaakt door diverse bodemschimmels, zoals Phytophthora en Pythium. De oorzaak is vrijwel altijd een te natte bodem door overbewatering of een slechte drainage. De symptomen bovengronds zijn misleidend: de plant verwelkt, de bladeren worden geel en vallen af, wat kan lijken op droogte. Dit kan de tuinier verleiden om nog meer water te geven, wat het probleem alleen maar verergert. De enige manier om de diagnose te bevestigen, is door de plant uit de pot te halen en de wortels te inspecteren. Gezonde wortels zijn wit en stevig, terwijl rottende wortels bruin, papperig en stinkend zijn.
Preventie van wortelrot is essentieel, want genezing is vaak onmogelijk. Gebruik altijd een pot met voldoende drainagegaten. Zorg voor een luchtig en goed doorlatend potmengsel door perliet of grof zand toe te voegen. Geef alleen water als de bovenste laag van de grond droog aanvoelt en zorg ervoor dat de pot nooit in een laag water blijft staan. Als je wortelrot vermoedt, haal de plant dan onmiddellijk uit de pot, snijd alle aangetaste, bruine wortels weg en verpot de plant in verse, droge potgrond. Geef daarna zeer spaarzaam water totdat de plant tekenen van herstel vertoont.
Meeldauw is een andere veelvoorkomende schimmelziekte die te herkennen is aan een witte, poederachtige aanslag op de bladeren en stengels. Het gedijt bij hoge luchtvochtigheid en een slechte luchtcirculatie, vooral tijdens koelere nachten en warmere dagen. Hoewel het de plant zelden doodt, ontsiert het de bladeren en kan het de fotosynthese belemmeren, wat de plant verzwakt. Verwijder de meest aangetaste bladeren om de verspreiding van sporen te verminderen.
Om meeldauw te voorkomen, is het belangrijk om te zorgen voor voldoende ruimte tussen de planten, zodat de lucht goed kan circuleren. Geef water aan de basis van de plant en vermijd het natmaken van de bladeren, vooral ’s avonds. Als er toch meeldauw optreedt, kan een huismiddel van een deel melk op negen delen water effectief zijn. Sproei dit mengsel bij zonnig weer over de aangetaste delen. De eiwitten in de melk hebben in combinatie met zonlicht een schimmeldodende werking. Er zijn ook commerciële, milieuvriendelijke fungiciden op basis van zwavel of kaliumbicarbonaat verkrijgbaar.
Virussen en andere aandoeningen
Virussen kunnen ook een probleem vormen voor Brugmansia’s. Een van de meest bekende is het Brugmansia Mosaic Virus. Symptomen van een virusinfectie zijn onder meer een mozaïekpatroon van gele en groene vlekken op de bladeren, misvormde bladeren, groeivertraging en een algemeen ongezond uiterlijk. Virussen worden vaak overgedragen door sapzuigende insecten zoals bladluizen, of door het gebruik van besmet tuingereedschap.
Er bestaat geen remedie voor plantenvirussen. Als je een plant hebt die duidelijk geïnfecteerd is, is de enige verantwoorde actie om de plant te vernietigen om verdere verspreiding naar andere gezonde planten te voorkomen. Gooi de plant niet op de composthoop, maar voer deze af met het restafval. Het is cruciaal om preventieve maatregelen te nemen. Bestrijd sapzuigende insecten consequent en desinfecteer je snoeigereedschap altijd met alcohol of een bleekmiddeloplossing voordat je van de ene naar de andere plant gaat.
Fysiologische problemen, die niet door een ziekte of plaag worden veroorzaak, kunnen ook optreden. Bladval kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een plotselinge verandering in temperatuur, licht of watergift, zoals wanneer de plant in de herfst naar binnen wordt verhuisd. Dit is vaak een normale stressreactie en de plant zal zich meestal herstellen. Vergelende bladeren kunnen duiden op een voedings tekort, maar zoals eerder besproken, ook op te veel of te weinig water. Een zorgvuldige analyse van de groeiomstandigheden is nodig om de juiste oorzaak te achterhalen.
Bruine, droge bladranden zijn vaak een teken van een lage luchtvochtigheid, zoutophoping door overbemesting, of te veel direct, brandend zonlicht. Probeer de luchtvochtigheid te verhogen door te sproeien of de pot op een schotel met water en kiezels te plaatsen. Als je overbemesting vermoedt, spoel de pot dan grondig door met schoon water om de overtollige zouten weg te spoelen. Het observeren van de specifieke symptomen en het uitsluiten van mogelijke oorzaken is de sleutel tot het oplossen van deze niet-pathogene problemen.
